In dat verband rijst het probleem van de door de verzoekende partijen in de zaak nr. 1965 in twijfel getrokken verantwoording voor de bedragen van de in artikel 71 bedoelde waarborg, en die 500.000 frank bedraagt per aangevangen schijf van 50 toestellen, rekening houdend met de in artikel 52 omschreven opdracht van de kansspelcommissie, die niet geldt ten opzichte van kansspelen die niet bestemd zijn voor de verkoop of exploitatie op het Belgisch grondgebied.
A cet égard se pose le problème de la justification, mise en doute par les parties requérantes dans l'affaire n° 1965, des montants de la garantie visée à l'article 71 s'élevant à 500.000 francs par tranche entamée de 50 appareils, compte tenu de la mission, définie à l'article 52, de la commission des jeux de hasard, qui n'intervient pas à l'égard des jeux de hasard qui ne sont pas destinés à la vente ou à l'exploitation sur le territoire belge.