2 . De Lid-Staten nemen in het bijzonder de nodige maatregelen om het ongecontroleerd achterlaten , lozen , storten of vervoeren van toxische en gevaarlijke afvalstoffen , alsmede het overdragen daarvan aan andere installaties , inrichtingen of ondernemingen dan die bedoeld in artikel 9 , lid 1 , te verbieden .
2. Les États membres prennent notamment les mesures nécessaires pour interdire l'abandon, le rejet, le dépôt et le transport incontrôlés de déchets toxiques et dangereux, ainsi que leur cession à des installations, établissements ou entreprises autres que ceux visés à l'article 9 paragraphe 1.