« 1° door rijksinwoners, binnenlandse vennootschappen, verenigingen, instelling
en, inrichtingen en lichamen, en aan de rechtspersonenbelasting onderworpen rechtspersonen die inkomsten van roerende goederen en kapital
en en inkomsten als bedoeld in artikel 90, 6° of 11°, verschuldigd zijn, zomede door aan de belasting van niet-inwoners onderworpen belastingplichtigen die in België een inrichting hebbe
n, op de resultaten waarvan inkomsten als bedoe ...[+++]ld in artikel 17, § 1, 2° tot 4°, en inkomsten als bedoeld in artikel 90, 6° en 11°, worden aangerekend; »;
« 1° les habitants du Royaume, les sociétés résidentes, associations, institutions, établissements et organismes quelconques et les personnes morales assujetties à l'impôt des personnes morales débiteurs de revenus de capitaux et biens mobiliers et de revenus visés à l'article 90, 6° ou 11°, ainsi que les contribuables assujettis à l'impôt des non-résidents qui ont en Belgique un établissement sur les résultats duquel sont imputés des revenus visés à l'article 17, § 1, 2° à 4°, et des revenus visés à l'article 90, 6° et 11°; »;