« Wanneer de geadresseerde een BTW-eenheid is in de zin van artikel 4, § 2, van het Wetboek, moet die aangifte, in afwijking van het bepaalde in het vorige lid, de naam, het adres en het in artikel 50, § 1, eerste lid, 4°, of § 2, tweede lid, van het Wetboek bedoelde sub-BTW-identificatienummer van het betrokken lid dat de invoer verricht vermelden, alsook alle gegevens die nodig zijn voor de heffing van de belasting».
« Par dérogation à l'alinéa précédent, lorsque le destinataire est une unité T.V. A. au sens de l'article 4, § 2, du Code, la déclaration doit contenir le nom, l'adresse et le sous-numéro d'identification à la T.V. A. visé à l'article 50, § 1, alinéa 1, 4°, ou § 2, alinéa 2, du Code, du membre concerné qui effectue l'importation, ainsi que toutes les données qui sont nécessaires à la perception de la taxe».