« Indien de natuurlijke persoon of rechtspersoon die niet heeft voorzien in een waarborg, overeenkomstig artikel 19, § 1, 3°, van de wet, in gebreke blijft de administratieve geldboete te betalen binnen de termijn voorzien in artikel 4, en hij de to
epassing ervan niet betwist binnen deze termijn dan besch
ikt de in artikel 1 bedoelde ambtenaar over een termijn van twee maanden vanaf het ogenblik dat de termijn voorzien in artikel 4 verstrijkt om bij de rechtbank van eerste aanleg een vordering tot invordering in te
...[+++] stellen».
« Si la personne physique ou la personne morale qui n'a pas constitué de caution, conformément à l'article 19, § 1, 3°, reste en défaut de paiement de l'amende administrative dans le délai fixé à l'article 4, et ne conteste pas son application dans ce délai, le fonctionnaire visé à l'article 1 dispose d'un délai de deux mois à compter de l'expiration du délai fixé à l'article 4 pour introduire une action en recouvrement près le tribunal de première instance».