De werkgever zal op het einde van elk jaar moeten kunnen bewijzen dat hij een aantal uren vorming georganiseerd heeft ten belope van 1,10 pct. van het totaal van gepresteerde arbeidsuren van alle bedienden samen en dat de participatiegraad van de bedienden aan de opleidingen het niveau behaalt zoals vastgelegd door artikel 3, § 2.
L'employeur devra être à même de prouver à la fin de chaque année qu'il a organisé un nombre d'heures de formation à concurrence de 1,10 p.c. du total des heures de travail prestées par l'ensemble des employés et que le taux de participation des employés à la formation atteint le niveau fixé à l'article 3, § 2.