« Voor de gerechtigde in volledige gecontroleerde werkloosheid die, bij de aanvang van zijn arbeidsongeschiktheid in de hoedanigheid van samenwonende werknemer een forfaitaire werkloosheidsuitkering ge
niet als bedoeld in artikel 114, § 3, 3° of § 4, 1° van het voormelde koninklijk besluit van 25 november 1
991, is het gederfd loon gelijk aan het minimumloon dat op de aanvangsdatum van de arbeidsongeschiktheid door het aanvullend nationaal p
aritair comité voor bedienden is vastg ...[+++]esteld voor een bediende van categorie I met 9 jaren beroepservaring».
« Pour le titulaire en chômage complet contrôlé qui, lors de la survenance de son incapacité de travail, bénéficie, en qualité de travailleur cohabitant, d'une allocation de chômage forfaitaire visée à l'article 114, § 3, 3° ou § 4, 1° de l'arrêté royal du 25 novembre 1991 précité, la rémunération perdue est égale à la rémunération minimum fixée à la date de début de l'incapacité de travail, pour un employé de catégorie I comptant 9 années d'expérience professionnelle, par la Commission paritaire nationale auxiliaire pour employés».