In dit verband moet de verantwoordelijkheid van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten die niet aan het gemeenschappelijk toezichtsmechanisme deelnemen ten volle in acht worden genomen, zodat zij over voldoende instrumenten en bevoegdheden ten aanzien van de op hun grondgebied opererende banken blijven beschikken om die verantwoordelijkheid geheel te dragen en de financiële stabiliteit en het algemeen belang daadwerkelijk te beschermen.
À cet égard, il convient de respecter pleinement les responsabilités des autorités nationales compétentes des États membres qui ne participent pas au mécanisme de surveillance unique, afin que ces autorités continuent à disposer d'instruments et de pouvoirs de surveillance suffisants à l'égard des établissements de crédit qui exercent des activités sur leur territoire et qu'elles soient ainsi en mesure d'exercer les responsabilités susvisées et de garantir de manière effective la stabilité financière et l'intérêt public.