9. is van opvatting dat het Parlement te allen tijde zijn autonomie moet behouden tegenover ander instellingen als het gaat om betrekkingen met belangenvertegenwoordigers, ook ten aanzien van de regels betreffende de transparantie van zijn activiteiten;
9. considère, en tout état de cause, qu'il doit conserver son autonomie vis-à-vis des autres institutions quant aux relations avec les représentants des groupes d'intérêt, tout en prévoyant des normes en matière de transparence de son action;