2. In de in lid 1 bedoelde omstandigheden komen de lidstaten tegemoet aan de bijzondere behoeften van de asielzoekers en de hen vergezellende gezinsleden die zwanger, minderjarig, geestesziek of gehandicapt zijn of die het slachtoffer zijn van verkrachting of andere vormen van geslachtsgerelateerd geweld.
2. Dans les cas visés au paragraphe 1, les États membres répondent aux besoins particuliers des demandeurs d'asile et des membres de leur famille qui les accompagnent, comme les femmes enceintes, les mineurs, les malades mentaux, les handicapés ou les victimes de viol ou d'autres formes de violence fondée sur le sexe.