Traduction de «artikelen 235 laatste » (Néerlandais → Français) :

In afwijking van artikel 1, treden de artikelen XI. 190, 5° en 6°, XI. 191, § 1, eerste lid, 1° en 2°, XI. 212 tot en met XI. 214, XI. 235 tot XI. 239, en XI. 253, § 2, laatste lid, van het Wetboek van economisch recht, ingevoegd bij artikel 3 van voormelde wet van 19 april 2014, in werking op 1 januari 2018".
Par dérogation à l'article 1, les articles XI. 190, 5° et 6°, XI. 191, § 1, alinéa 1, 1° et 2°, XI. 212 à XI. 214, XI. 235 à XI. 239, et XI. 253, § 2, dernier alinéa, du Code de droit économique insérés par l'article 3 de la loi du 19 avril 2014 précitée, entrent en vigueur le 1 janvier 2018».

« Deze wet is, met uitzondering van de militairen bedoeld in de artikelen 235, laatste lid, en 241, tweede lid, van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, die geen gebruik hebben gemaakt van de mogelijkheid geboden in artikel 236, derde lid of artikel 242, tweede lid, van de voornoemde wet, en van de overgeplaatste militairen bedoeld in de artikelen 235, laatste lid, en 241, tweede lid, van de voornoemde wet, toepasselijk in vredestijd op de militairen die behoren tot het beroeps- of aanvullingskader of die dienstprestaties verrichten door middel van dienstnemingen of wederdienstnemingen».
« La présente loi est, à l'exception des militaires visés aux articles 235, dernier alinéa, et 241, alinéa 2, de la loi du 7 décembre 1998 organisant un service de police intégré, structuré à deux niveaux, qui n'ont pas fait usage de la possibilité offerte par l'article 236, alinéa 3, ou par l'article 242, alinéa 2, de la loi précitée, et des militaires transférés visés aux articles 235, dernier alinéa, et 241, alinéa 2, de la loi précitée, applicable en temps de paix aux militaires appartenant au cadre de carrière ou de complément ou qui effectuent des prestations de service par le biais d'engagements ou de réengagements».

« Schenden de artikelen 159 en 191 Wetboek van Strafvordering de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in de mate dat uit deze artikelen volgt dat de inverdenkinggestelde die voor de kamer van inbeschuldigingstelling, welke uitspraak doet met toepassing van de artikelen 136, 136bis, 235 en 235bis Wetboek van Strafvordering, een vordering tot schadevergoeding tegen de burgerlijke partij kan instellen op grond dat de klacht van deze laatste niet ontvankelijk alsmede tergend en roekeloos is, terwijl de burgerlijke partij dergelijke vordering niet kan instellen wanneer de inverdenkinggestelde voor datzelfde gerecht een tergend en roekeloos middel of rechtsmiddel aanwendt ?
« Les articles 159 et 191 du Code d'instruction criminelle violent-ils les articles 10 et 11 de la Constitution dans la mesure où il découle de ces dispositions que l'inculpé peut introduire une demande en dommages-intérêts contre la partie civile devant la chambre des mises en accusation statuant en application des articles 136, 136bis, 235 et 235bis du Code d'instruction criminelle sur la base du fait que la plainte de cette dernière est irrecevable ainsi que téméraire et vexatoire, alors que la partie civile ne peut introduire une telle demande lorsque l'inculpé utilise devant cette même juridiction un moyen ou une voie de recours téméraire et vexatoire ?

Art. 27. Met uitzondering van de militairen bedoeld in de artikelen 235, laatste lid, en 241, tweede lid, van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus en die gebruik hebben gemaakt van de mogelijkheid geboden in artikel 236, derde lid, of artikel 242, tweede lid, van de voornoemde wet, is deze wet eveneens toepasselijk op de personeelsleden bedoeld in artikel 2 die, naargelang het geval, met toepassing van artikel 236, tweede lid, van artikel 242, tweede lid, of van artikel 243, derde lid, van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, beslist hebben onderworpen te blijven aan hun vroegere rechtspositie.
Art. 27. A l'exception des militaires visés aux articles 235, dernier alinéa, et 241, alinéa 2, de la loi du 7 décembre 1998 organisant un service de police intégré, structuré à deux niveaux, qui ont fait usage de la possibilité offerte à l'article 236, alinéa 3, ou à l'article 242, alinéa 2 de la loi précitée, la présente loi est également applicable aux membres du personnel visés à l'article 2, qui ont décidé de rester soumis à leur ancienne situation juridique, en application, selon le cas, de l'article 236, alinéa 2, de l'article 242, alinéa 2, ou de l'article 243, alinéa 3, de la loi du 7 décembre 1998 organisant un service de police intégré, structuré à deux niveaux.

" Schenden de artikelen 159 en 191 Wetboek van Strafvordering de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in de mate dat uit deze artikelen volgt dat de inverdenkinggestelde die voor de kamer van inbeschuldigingstelling, welke uitspraak doet met toepassing van de artikelen 136, 136bis, 235 en 235bis Wetboek van Strafvordering, een vordering tot schadevergoeding tegen de burgerlijke partij kan instellen op grond dat de klacht van deze laatste niet ontvankelijk alsmede tergend en roekeloos is, terwijl de burgerlijke partij dergelijke vordering niet kan instellen wanneer de inverdenkinggestelde voor datzelfde gerecht een tergend en roekeloos middel of rechtsmiddel aanwendt ?
" Les articles 159 et 191 du Code d'instruction criminelle violent-ils les articles 10 et 11 de la Constitution dans la mesure où il découle de ces dispositions que l'inculpé peut introduire une demande en dommages-intérêts contre la partie civile devant la chambre des mises en accusation statuant en application des articles 136, 136bis, 235 et 235bis du Code d'instruction criminelle sur la base du fait que la plainte de cette dernière est irrecevable ainsi que téméraire et vexatoire, alors que la partie civile ne peut introduire une telle demande lorsque l'inculpé utilise devant cette même juridiction un moyen ou une voie de recours téméraire et vexatoire ?

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 54, lid 2, artikel 57, lid 2, laatste zin, artikel 66, artikel 73 C, lid 2, de artikelen 87, 99, 100 A en 113, artikel 130 S, lid 1, en artikel 235, in samenhang met artikel 228, lid 2, tweede zin, en lid 3, tweede alinea,
vu le traité instituant la Communauté européenne, et notamment son article 54, paragraphe 2, son article 57, paragraphe 2, dernière phrase, son article 66, son article 73 C, paragraphe 2, ses articles 87, 99, 100 A et 113, son article 130 S, paragraphe 1, et son article 235, en liaison avec son article 228, paragraphe 2, deuxième phrase, et paragraphe 3, deuxième alinéa,