« Art. 9 bis. § 1. De directeur van het Centraal Orgaan kan, voor de duur die hij bepaalt, het vermogensbestanddeel dat het voorwerp heeft uitgemaakt van een uitvoerbare beslissing tot vervreemding bij toepassing van het artikel 28octies of het artikel 61sexies van het Wetboek van strafvordering, met voorafgaand akkoord van de magistraat die de vervreemdingsbeslissing genomen heeft, ter beschikking stellen van de federale politie, onder de volgende voorwaarden :
« Art. 9 bis. § 1. Le directeur de l'Organe central peut, pour la durée qu'il détermine, mettre à la disposition de la police fédérale l'avoir patrimonial ayant fait l'objet d'une décision exécutoire d'aliénation en application de l'article 28octies ou 61sexies du Code d'instruction criminelle, avec l'accord préalable du magistrat qui a pris la décision d'aliénation, aux conditions suivantes: