Rekening houdend met het feit dat aan bepaalde onderzoeken soms verschillende motieven ten grondslag liggen, hadden 61 (86 %) van die onderzoeken betrekking op misbruik van bevoorrechte informatie en 15 (21 %) op een overtreding van artikel 75 van de wet van 4 december 1990 (koersmanipulatie); 13 onderzoeken (19 %) werden ingesteld met verwijzing naar de wet van 2 maart 1989, waarvan 9 onderzoeken (13 %) verband hielden met openbare koopaanbiedingen en 4 (6 %) met transparantie.
De ce total et compte tenu du cumul des motifs par enquête, 61 enquêtes (86 %) portent sur la recherche d'abus d'information privilégiée, et 15 enquêtes (21 %) sur la recherche d'infraction à l'article 75 de la loi du 4 décembre 1990 (manipulations de cours); 13 enquêtes (19 %) ont été menées en référence à la loi du 2 mars 1989 dont 9 enquêtes (13 %) dans des cas d'offres publiques d'achat et 4 enquêtes (6 %) pour des motifs de transparence.