3. In afwijking van lid 1 mogen de lidstaten het op de markt aanbieden of het in het verkeer brengen van onderdelen of technische eenheden toestaan die krachtens artikel 40 van een of meer bepalingen van deze verordening zijn vrijgesteld of die bestemd zijn voor montage op voertuigen waarvoor krachtens artikel 42 goedkeuringen zijn verleend die betrekking hebben op het desbetreffende onderdeel of de desbetreffende technische eenheid.
3. Par dérogation au paragraphe 1, les États membres peuvent autoriser la mise à disposition sur le marché ou la mise en service de composants ou d'entités techniques qui ont été dispensés de l'application d'une ou de plusieurs dispositions du présent règlement en vertu de l'article 40 ou sont destinés à être montés sur des véhicules couverts par des réceptions accordées en vertu de l'article 42 qui se rapportent au composant ou à l'entité technique en question.