In afwijking van artikel 18, § 2, bekomt de ambtenaar die overeenkomstig artikel 41, §§ 1 tot 3, van het koninklijk besluit van 30 april 1999 tot vaststelling van het statuut van het toegevoegd vorsingspersoneel en van het beheerspersoneel van de wetenschappelijke instellingen van de Staat ambtshalve benoemd wordt tot de graad van landbouwboekhouder (rang 26), en die negen jaar graadanciënniteit heeft, de weddenschaal 26 N.
Par dérogation à l'article 18, § 2, l'agent qui est nommé d'office au grade de comptable agricole (rang 26) conformément à l'article 41, §§ 1 à 3, de l'arrêté royal du 30 avril 1999 fixant le statut du personnel adjoint à la recherche et du personnel de gestion des établissements scientifiques de l'Etat, et qui compte 9 ans d'ancienneté de grade, obtient l'échelle de traitement 26 N.