Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "artikel 14 evrm gewoonweg buiten " (Nederlands → Frans) :

De verklaring van de vorige spreker dat er zich op dit ogenblik geen probleem voordoet, bijvoorbeeld inzake het gelijkheidscontentieux, gaat voorbij aan het feit dat de rechter voor wie een schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang met artikel 14 EVRM wordt opgeworpen, artikel 14 EVRM gewoonweg buiten beschouwing laat en het Arbitragehof een prejudiciële vraag stelt over de voormelde grondwetsartikelen.

La déclaration du préopinant selon laquelle aucun problème ne se pose pour l'instant, par exemple en ce qui concerne le contentieux d'égalité, méconnaît le fait que le juge devant lequel est invoquée une violation des articles 10 et 11 de la Constitution, en corrélation avec l'article 14 de la CEDH, laisse tout simplement de côté l'article 14 de ladite convention et pose à la Cour d'arbitrage une question préjudicielle concernant les articles susvisés de la Constitution.


Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter E. De Groot, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij arrest van 12 mei 2015 in zake S. V. D. en E.P. tegen A.L., G.G. en D.V., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 5 juni 2015, heeft het Hof van Cassatie de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt het artikel 235bis, § 6, Wetboek van Strafvordering de artikelen 10 en 11 Grondwet, in samenhang gelezen met het recht op een eerlijk proces u ...[+++]

Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet et R. Leysen, assistée du greffier F. Meersschaut, présidée par le président E. De Groot, après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : I. Objet de la question préjudicielle et procédure Par arrêt du 12 mai 2015 en cause de S. V. D. et E.P. contre A.L., G.G. et D.V., dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 5 juin 2015, la Cour de cassation a posé la question préjudicielle suivante : « L'article 235bis, § 6, du Code d'instruction criminelle viole-t-il les articles 10 et 11 ...[+++]


4. Schendt artikel 216bis van het Wetboek van Strafvordering de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, gelezen in samenhang met artikel 14, § 1 IVPBR, artikel 6 EVRM, artikel 151, § 1 van de Grondwet alsook artikelen 33 tot 40 van de Grondwet, in zoverre hierdoor het openbaar ministerie de bevoegdheid heeft om, indien aan de materiële toepassingsvoorwaarden van artikel 216bis van het Wetboek van Strafvordering is voldaan, vrij te kiezen welke rechtsonderhorigen, die desgevallend hun bereidheid te kennen gaven de aan een ander veroorzaakte schade te vergoeden en ten aanzien van wie de strafvordering is ingesteld, zij wel of niet verzoekt tot een minnelijke schik ...[+++]

4. L'article 216bis du Code d'instruction criminelle viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution, combinés avec l'article 14, paragraphe 1, du Pacte international relatif aux droits civils et politiques, avec l'article 6 de la Convention européenne des droits de l'homme, avec l'article 151, § 1, de la Constitution, ainsi qu'avec les articles 33 à 40 de la Constitution, en ce que le ministère public a le pouvoir, si les conditions matérielles d'application de l'article 216bis du Code d'instruction criminelle sont remplies, de choisir librement les justiciables, qui ont manifesté, le cas échéant, leur volonté de réparer le dommage ...[+++]


Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter E. De Groot, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij arrest van 25 februari 2015 in zake Eric Loop tegen Rembert Van Bael en Maria Kutschruiter, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 4 maart 2015, heeft het Hof van Beroep te Antwerpen de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 1211 in fine Ger.W (zoals gewijzigd door artikel 5 van de wet van 13 augustus 2011 houdende hervorming ...[+++]

Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet et R. Leysen, assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président E. De Groot, après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : I. Objet de la question préjudicielle et procédure Par arrêt du 25 février 2015 en cause d'Eric Loop contre Rembert Van Bael et Maria Kutschruiter, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 4 mars 2015, la Cour d'appel d'Anvers a posé la question préjudicielle suivante : « L'article 1211, in fine, du Code judiciaire (tel qu'il a été modifié par l'article 5 de la loi du 13 août 2011 réformant la procédure de liquidation-partage judiciaire, publiée au Moniteur belge du 14 septembre 2011) viole-t-il les ...[+++]


Met betrekking tot de vraag of het Hof van Cassatie en de Raad van State door de voorgestelde hervorming hun bevoegdheid zullen verliezen om een wetgevende akte aan het IVBPR te toetsen wegens de verhaalsmogelijkheid bij het Arbitragehof voor schendingen van het EVRM, wenst de heer Hugo Vandenberghe te weten welke impact het voorgestelde artikel 32bis van de Grondwet zal hebben op een naar zijn mening bestaande praktijk waarbij het Hof van Cassatie, wanneer het wordt geconfronteerd met een cassatiemiddel dat gegrond is op een schendin ...[+++]

À propos de la question de savoir si la réforme proposée privera la Cour de cassation et le Conseil d'État de leur compétence de contrôle de la conformité d'un acte législatif au PIDCP, par suite de la faculté de recours devant la Cour d'arbitrage contre les violations de la CEDH, M. Hugo Vandenberghe demande quel sera l'impact de l'article 32bis proposé de la Constitution sur une pratique qui existe selon lui à la Cour de cassation. Celle-ci consiste, lorsque la Cour est confrontée à un moyen de cassation fondé sur une violation des articles 10 et 11 de la Cons ...[+++]


Maar als een partij voor het Hof van Cassatie bijvoorbeeld enkel de schending van artikel 8 EVRM (recht op privacy) opwerpt en het analoge artikel 22 van de Grondwet buiten beschouwing laat, dan zou, indien het amendement van mevrouw Defraigne wordt aangenomen, het Hof van Cassatie geen prejudiciële vraag mogen stellen aan het Grondwettelijk Hof, terwijl dat juist het probleem is dat men wenst te regelen.

Mais en cas d'adoption de l'amendement de Mme Defraigne, si une partie n'invoque, par exemple, que la violation de l'article 8 de la CEDH (droit au respect de la vie privée) devant la Cour de cassation et ne prend pas en considération l'article 22 qui est son pendant dans la Constitution, la Cour de cassation ne pourrait pas poser de question préjudicielle à la Cour constitutionnelle, alors qu'il s'agit précisément du problème que l'on souhaite régler.


Maar als een partij voor het Hof van Cassatie bijvoorbeeld enkel de schending van artikel 8 EVRM (recht op privacy) opwerpt en het analoge artikel 22 van de Grondwet buiten beschouwing laat, dan zou, indien het amendement van mevrouw Defraigne wordt aangenomen, het Hof van Cassatie geen prejudiciële vraag mogen stellen aan het Grondwettelijk Hof, terwijl dat juist het probleem is dat men wenst te regelen.

Mais en cas d'adoption de l'amendement de Mme Defraigne, si une partie n'invoque, par exemple, que la violation de l'article 8 de la CEDH (droit au respect de la vie privée) devant la Cour de cassation et ne prend pas en considération l'article 22 qui est son pendant dans la Constitution, la Cour de cassation ne pourrait pas poser de question préjudicielle à la Cour constitutionnelle, alors qu'il s'agit précisément du problème que l'on souhaite régler.


Een gedeeltelijk analoog grondrecht is een grondrecht met een (gedeeltelijk) gelijke draagwijdte maar met een verschillend toepassingsgebied (bijvoorbeeld het discriminatieverbod in de artikelen 10 en 11 van de Grondwet en artikel 14 EVRM) of een (gedeeltelijk) gelijke draagwijdte maar met verschillende beperkingsvoorwaarden (bijvoorbeeld de vrijheid van meningsuiting in artikel 19 van de Grondwet en artikel 10 EVRM).

Un droit fondamental partiellement analogue est un droit fondamental ayant une portée (partiellement) égale mais un champ d'application différent (par exemple, l'interdiction de discrimination des articles 10 et 11 de la Constitution et de l'article 14 CEDH) ou une portée (partiellement) égale mais des conditions de restriction différentes (par exemple, la liberté d'expression dans l'article 19 de la Constitution et dans l'article 10 CEDH).


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 29 juni 2016 in zake de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid tegen J.M. en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 5 juli 2016, heeft het Hof van Beroep te Gent de volgende prejudiciële vragen gesteld : « I. Schenden de artikelen 246, § 2 en 504bis, § 2 van het strafwetboek, al dan niet te samen met de artikelen 3 en 4 van de interpretatieve wet van 11 mei 2007, het legaliteitsbeginsel, en ook evenzeer het niet-retroactiviteitsbeginsel in strafzaken, zoals onder meer weergegeven in de artikelen 12, tweede lid en 14 v ...[+++]

Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par arrêt du 29 juin 2016 en cause de l'Office national de securité sociale contre J.M. et autres, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 5 juillet 2016, la Cour d'appel de Gand a posé les questions préjudicielles suivantes : « I. Les articles 246, § 2, et 504bis, § 2, du Code pénal, combinés ou non avec les articles 3 et 4 de la loi interprétative du 11 mai 2007, violent-ils le principe de légalité et également le principe de non-rétroactivité en mat ...[+++]


2. Schendt artikel 577-2 van het Burgerlijk Wetboek, inzonderheid de §§ 3 en 5, zoals deze bepaling (in haar huidige en toenmalige context) van toepassing is sinds 1 september 2005, in zoverre het bepaalt of in die zin geïnterpreteerd wordt dat de deelgenoot die alleen het onverdeeld goed heeft gebruikt en het exclusief genot ervan heeft gehad, een vergoeding verschuldigd is aan de andere deelgenoot in verhouding tot hun aandeel in de opbrengstwaarde van dit goed, ook wanneer de eerstgenoemde deelgenoot geen schuld heeft aan de omstandigheid dat de andere deelgenoot zijn recht op genot en gebruik niet in natura heeft uitgeoefend, en zelfs wanneer de andere d ...[+++]

2. L'article 577-2 du Code civil, en particulier les paragraphes 3 et 5, telle que cette disposition (dans son contexte actuel et celui de l'époque) est applicable depuis le 1 septembre 2005, en ce qu'il dispose ou est interprété en ce sens que l'indivisaire ayant utilisé seul le bien indivis et ayant bénéficié de la jouissance exclusive de ce bien est tenu de payer à l'autre indivisaire une indemnité équivalente à sa part dans la valeur de rapport de ce bien, même lorsque le fait que l'autre indivisaire n'a pas exercé en nature son droit d'usage et de jouissance n'est pas imputable à l'indivisaire cité en premier lieu et même lorsque l' ...[+++]




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'artikel 14 evrm gewoonweg buiten' ->

Date index: 2022-09-05
w