Het kind
krijgt de verhoogde kinderbijslagen toegekend tot het de leeftijd van 21 jaar heeft bereikt, op
voorwaarde dat het geen activiteit uitoefent waardoor het onder een sociale
-zekerheidsregeling valt (met uitzondering van een leerovereenkomst of activiteit in een beschutte werkplaats) en het
geen sociale uitkering voor arbeidsongeschiktheid of onvrijw
illige werkloosheid ...[+++]geniet op grond van het uitoefenen van een andere activiteit dan de leerovereenkomst of de activiteit in een beschutte werkplaats (artikel 12 van het koninklijk besluit van 3 mei 1991 tot uitvoering van de artikelen 47, 56septies en 63 van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders en van artikel 96 van de wet van 29 december 1990 houdende sociale bepalingen).