Art. 3. De werklieden en werksters hebben recht op de betaling van de premie indien zij voldoen aan de voorwaarden inzake de sociale vrede vastgesteld bij artikel 18 van genoemde statuten en op 30 juni van het lopende jaar een anciënniteit van ten minste zes maanden hebben bij één of meerdere werkgevers bedoeld in artikel 5, a), van de statuten.
Art. 3. Les ouvriers et ouvrières ont droit à la prime s'ils/elles satisfont aux conditions de paix sociale fixées à l'article 18 desdits statuts et s'ils/elles ont, en date du 30 juin de l'année en cours, une ancienneté d'au moins six mois auprès d'un ou plusieurs des employeurs visés à l'article 5, a), desdits statuts.