Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «arrest nr 25 2003 » (Néerlandais → Français) :

Naar aanleiding van de vernietiging van het mechanisme van de bestuurlijke lus door het Grondwettelijk Hof, bij arrest nr. 103/2015 van 16 juli 2015, wordt de tekst van artikel 25/1 aldus gewijzigd doordat daarin niet langer naar de bestuurlijke lus verwezen wordt.

A la suite de l'annulation du mécanisme de la boucle administrative par la Cour constitutionnelle, par son arrêt n° 103/2015 du 16 juillet 2015, le texte de l'article 25/1 est modifié pour omettre la référence à la boucle administrative.


Bij zijn arrest nr. 222.969 van 25 maart 2013 (zaak nr. 5621) vraagt de Raad van State of artikel 36/24 van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België (hierna : wet van 22 februari 1998) bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, « doordat de Koning kan voorzien in een systeem van toekenning van de staatswaarborg voor de terugbetaling aan vennoten die natuurlijke personen zijn, van hun deel in het kapitaal van de in artikel 36/24, § 1, eerste lid, 3°, erkende coöperatieve vennootschappen, terwijl dit artikel 36/24 niet in ...[+++]

Par son arrêt n° 222.969 du 25 mars 2013 (affaire n° 5621), le Conseil d'Etat demande si l'article 36/24 de la loi du 22 février 1998 fixant le statut organique de la Banque nationale de Belgique (ci-après : la loi du 22 février 1998) est compatible avec les articles 10 et 11 de la Constitution, « en ce que le Roi peut mettre en place un système d'octroi de la garantie de l'Etat pour le remboursement aux associés personnes physiques de leur part du capital des sociétés coopératives agréées, visées à l'article 36/24, § 1, alinéa 1, 3°, alors que cet article 36/24 ne prévoit pa ...[+++]


In arrest nr. 35/2003 van 25 maart 2003 heeft het Grondwettelijk Hof omtrent deze bijzondere wetsbepaling het volgende geoordeeld :

Dans son arrêt n° 35/2003 du 25 mars 2003, la Cour constitutionnelle a jugé ce qui suit, en ce qui concerne cette disposition de la loi spéciale :


In navolging van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, wat het voormelde artikel 14 betreft (zie o.a. EHRM, 30 september 2003, Koua Poirrez t. Frankrijk, § 46), heeft het Hof geoordeeld, wat de voormelde artikelen 10 en 11 van de Grondwet betreft, dat enkel zeer sterke overwegingen een verschil in behandeling kunnen verantwoorden dat uitsluitend op de nationaliteit berust (zie o.a. arrest nr. 12/2013 van 21 februari 2013, B.11, en arrest nr. 82/2016 van 2 juni 2016, B.5.3).

A la suite de la Cour européenne des droits de l'homme, en ce qui concerne l'article 14 précité (voy. notamment CEDH, 30 septembre 2003, Koua Poirrez c. France, § 46), la Cour a jugé, quant aux articles 10 et 11, précités, de la Constitution, que seules des considérations très fortes peuvent justifier une différence de traitement qui repose exclusivement sur la nationalité (voy. notamment l'arrêt n° 12/2013 du 21 février 2013, B.11, et l'arrêt n° 82/2016 du 2 juin 2016, B.5.3).


Art. 10. In artikel 47undecies van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 6 januari 2003 en vernietigd bij arrest nr. 202/2004 van het Grondwettelijk Hof, hersteld bij de wet van 27 december 2005 en gedeeltelijk vernietigd bij arrest nr. 105/2007 van het Grondwettelijk Hof, wordt het vierde lid opgeheven.

Art. 10. Dans l'article 47undecies du même Code, inséré par la loi du 6 janvier 2003, annulé par l'arrêt n° 202/2004 de la Cour constitutionnelle, rétabli par la loi de 27 décembre 2005 et partiellement annulé par l'arrêt n° 105/2007 de la Cour constitutionnelle, l'alinéa 4 est abrogé.


Uittreksel uit arrest nr. 107/2016 van 7 juli 2016 Rolnummer : 6203 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 105, tweede lid, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, het koninklijk besluit van 28 december 1999 tot wijziging van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, het koninklijk besluit nr. 35 van 28 december 1999 tot invoering van een forfaitaire maatstaf van heffing van de belasting over de toegevoegde waarde op de winstmarge van reisbureaus en artikel 3 van de programmawet van 5 augustus 2003, gesteld ...[+++]

Extrait de l'arrêt n° 107/2016 du 7 juillet 2016 Numéro du rôle : 6203 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 105, alinéa 2, du Code de la taxe sur la valeur ajoutée, à l'arrêté royal du 28 décembre 1999 modifiant le Code de la taxe sur la valeur ajoutée, à l'arrêté royal n° 35 du 28 décembre 1999 établissant une base forfaitaire d'imposition à la taxe sur la valeur ajoutée de la marge brute des agences de voyages et à l'article 3 de la loi-programme du 5 août 2003, posée par le Tribunal de première instance de Flan ...[+++]


Het Hof heeft op vergelijkbare wijze, bij het arrest nr. 170/2003 van 17 december 2003 (met betrekking tot de artikelen 32, 2°, en 46, § 2, in samenhang gelezen met artikel 792, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek), de arresten nrs. 166/2005 van 16 november 2005, 34/2006 van 1 maart 2006 en 43/2006 van 15 maart 2006 (alle drie met betrekking tot artikel 71 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn), het arrest nr. ...[+++]

La Cour a jugé de manière semblable qu'une disposition qui énonce qu'un délai de recours court à partir de la date d'envoi de la décision concernée restreint de manière disproportionnée les droits de la défense du justiciable par les arrêts n 170/2003 du 17 décembre 2003 (concernant les articles 32, 2°, et 46, § 2, combinés avec l'article 792, alinéa 2, du Code judiciaire), 166/2005 du 16 novembre 2005, 34/2006 du 1 mars 2006 et 43/2006 du 15 mars 2006 ...[+++]


Bij zijn arrest nr. 57/2013 van 25 april 2013 heeft het Hof geoordeeld dat, om redenen die analoog zijn aan die van het arrest nr. 135/2009 van 1 september 2009 en van het voormelde arrest nr. 83/2011, geen enkele rechtsplegingsvergoeding kon worden opgelegd aan de overheid die herstelmaatregelen inzake stedenbouw vordert, maar dat haar ook geen enkele rechtsplegingsvergoeding kon worden toegekend.

Par son arrêt n° 57/2013 du 25 avril 2013, la Cour a jugé que, pour des motifs analogues à ceux de l'arrêt n° 135/2009, du 1 septembre 2009, et de l'arrêt n° 83/2011 précité, aucune indemnité de procédure ne pouvait être imposée à l'autorité qui requiert des mesures de réparation en matière d'urbanisme, mais qu'aucune indemnité de procédure ne pouvait non plus lui être octroyée.


Bij zijn arrest nr. 7/2011 van 27 januari 2011 heeft het Hof de artikelen 173, 3° en 4°, 200, 202 en 203 van die wet van 25 april 2007 vernietigd, rekening houdend met een arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 6 oktober 2010 in de zaak C-222/08 naar aanleiding van een beroep van de Europese Commissie, alsook met een arrest van dezelfde datum in de zaak C-389/08 naar aanleiding van een prejudiciële vraag gesteld door het Hof bij zijn ...[+++]

Par son arrêt n° 7/2011, du 27 janvier 2011, la Cour a annulé les articles 173, 3° et 4°, 200, 202 et 203 de cette loi du 25 avril 2007, tenant compte de l'arrêt rendu par la Cour de justice de l'Union européenne, le 6 octobre 2010, dans l'affaire C-222/08, à la suite d'un recours introduit par la Commission européenne, et de l'arrêt rendu à la même date dans l'affaire C-389/08, à la suite d'une question préjudicielle posée par la Cour constitutionnelle, par son arrêt interlocutoire n° 131/2008.


Uittreksel uit arrest nr. 4/2016 van 14 januari 2016 Rolnummer : 6103 In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 7 van de wet van 12 mei 2014 houdende wijziging van de wet van 21 februari 2003 tot oprichting van een Dienst voor alimentatievorderingen bij de FOD Financiën en tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek, met het oog op een effectieve invordering van onderhoudsschulden (vervanging van artikel 16, § 2, van de wet van 21 februari 2003), ingesteld door Vincent Minne en anderen.

Extrait de l'arrêt n° 4/2016 du 14 janvier 2016 Numéro du rôle : 6103 En cause : le recours en annulation de l'article 7 de la loi du 12 mai 2014 modifiant la loi du 21 février 2003 créant un Service des créances alimentaires au sein du SPF Finances et le Code judiciaire, en vue d'assurer le recouvrement effectif des créances alimentaires (remplacement de l'article 16, § 2, de la loi du 21 février 2003), introduit par Vincent Minne et autres.




D'autres ont cherché : bij arrest     naar     arrest nr 103 2015     bij zijn arrest     maart     arrest     arrest nr 35 2003     september     vernietigd bij arrest     december     januari     uittreksel uit arrest     augustus     bij het arrest     arresten nrs 166 2005     arrest nr 170 2003     arrest nr 57 2013     zaak c-222 08     april     februari     arrest nr 25 2003     


datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'arrest nr 25 2003' ->

Date index: 2023-01-31
w