Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «arrest nr 149 2013 » (Néerlandais → Français) :

Uittreksel uit arrest nr. 149/2017 van 21 december 2017

Extrait de l'arrêt n° 149/2017 du 21 décembre 2017


Uittreksel uit arrest nr. 149/2016 van 24 november 2016

Extrait de l'arrêt n° 149/2016 du 24 novembre 2016


Het Hof heeft zich bijgevolg onbevoegd verklaard voor het toetsen van de niet-raadpleging van de afdeling wetgeving van de Raad van State (arresten nrs. 73/95, 97/99, 153/2015 en 58/2016), het niet raadplegen van het beheerscomité van de sociale zekerheid (arrest nr. 97/99), het gebrek aan voorafgaand vakbondsoverleg (arresten nrs. 45/92 en 64/2009) of nog het feit dat een wet is aangenomen tijdens de periode van lopende zaken (arrest nr. 70/2013).

La Cour s'est dès lors déclarée incompétente pour contrôler l'absence de consultation de la section de législation du Conseil d'Etat (arrêts n° 73/95, n° 97/99, n° 153/2015 et n° 58/2016), l'absence de consultation du comité de gestion de sécurité sociale (arrêt n° 97/99), l'absence de consultation syndicale préalable (arrêt n° 45/92 et n° 64/2009) ou encore le fait qu'une loi soit adoptée pendant la période des affaires courantes (arrêt n° 70/2013).


Op basis van een grondig onderzoek in verband met de gevolgen van een arrest (nr. 149.338 van 23 september 2005) van de Raad van State inzake de motiveringsplicht, heeft de toenmalige minister van Financiën beslist om voortaan de ministeriële besluiten, zeker wat de gedeeltelijke inwilligingen en de afwijzingen betreft, te motiveren en aldus de bepalingen van de wet van 29 juli 1991 betreffende motivering van bestuurshandelingen te respecteren.

Sur la base d'un examen approfondi des effets d'un arrêt (n° 149.338 du 23 septembre 2005) du Conseil d'Éat sur l'obligation de motivation, le précédent ministre des Finances a décidé que les décisions ministérielles, et en tout cas en ce qui concerne les accords partiels et les rejets, seraient désormais motivées et que les dispositions de la loi du 29 juillet 1991 relative à la motivation formelle des actes administratifs seraient ainsi respectées.


In navolging van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, wat het voormelde artikel 14 betreft (zie o.a. EHRM, 30 september 2003, Koua Poirrez t. Frankrijk, § 46), heeft het Hof geoordeeld, wat de voormelde artikelen 10 en 11 van de Grondwet betreft, dat enkel zeer sterke overwegingen een verschil in behandeling kunnen verantwoorden dat uitsluitend op de nationaliteit berust (zie o.a. arrest nr. 12/2013 van 21 februari 2013, B.11, en arrest nr. 82/2016 van 2 juni 2016, B.5.3).

A la suite de la Cour européenne des droits de l'homme, en ce qui concerne l'article 14 précité (voy. notamment CEDH, 30 septembre 2003, Koua Poirrez c. France, § 46), la Cour a jugé, quant aux articles 10 et 11, précités, de la Constitution, que seules des considérations très fortes peuvent justifier une différence de traitement qui repose exclusivement sur la nationalité (voy. notamment l'arrêt n° 12/2013 du 21 février 2013, B.11, et l'arrêt n° 82/2016 du 2 juin 2016, B.5.3).


3° "Gedelegeerde Verordening 149/2013" : Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 149/2013 van de Commissie van 19 december 2012 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen betreffende indirecte clearingregelingen, de clearingverplichting, het openbaar register, toegang tot een handelsplatform, niet-financiële tegenpartijen, risico-inperkingstechnieken voor niet door een CTP geclearde otc-derivatencontracten;

3° "Règlement délégué 149/2013" : le Règlement délégué (UE) n° 149/2013 de la Commission du 19 décembre 2012 complétant le Règlement (UE) n° 648/2012 du Parlement européen et du Conseil par des normes techniques de réglementation concernant les accords de compensation indirecte, l'obligation de compensation, le registre public, l'accès à une plate-forme de négociation, les contreparties non financières et les techniques d'atténuation des risques pour les contrats dérivés de gré à gré non compensés par une contrepartie centrale;


Het Hof heeft weliswaar reeds geoordeeld dat de ambtenaar van de burgerlijke stand, als partij bij het geding ingesteld bij een beroep gericht tegen de beslissing waarbij hij weigert het huwelijk te voltrekken, het algemeen belang en de vrijwaring van de openbare orde verdedigt, en dat het dus niet verantwoord is dat hij in de rechtsplegingsvergoeding kan worden verwezen (arrest nr. 132/2013 van 26 september 2013, B.6; arrest nr. 180/2013 van 19 december 2013, B.6 en arrest nr. 54/2014 van 27 maart 2014, B.6).

La Cour a, certes, déjà considéré que, en tant que partie à la cause introduite par un recours dirigé contre sa décision de refus de célébrer le mariage, l'officier de l'état civil défend l'intérêt général et la sauvegarde de l'ordre public, et qu'il n'était donc pas justifié qu'il puisse être condamné au paiement d'une indemnité de procédure (arrêt n° 132/2013 du 26 septembre 2013, B.6; arrêt n° 180/2013 du 19 décembre 2013, B.6 et arrêt n° 54/2014 du 27 mars 2014, B.6).


Het heeft derhalve geoordeeld dat artikel 1022 van het Gerechtelijk Wetboek, in die zin begrepen dat het de verwijzing van de ambtenaar van de burgerlijke stand die in het ongelijk wordt gesteld na afloop van het onderzoek van een beroep ingesteld krachtens artikel 167, zesde lid, van het Burgerlijk Wetboek, in de rechtsplegingsvergoeding toestaat, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt (arrest nr. 132/2013; arrest nr. 180/2013; arrest nr. 54/2014).

Elle a dès lors jugé que, compris comme autorisant la condamnation au paiement d'une indemnité de procédure de l'officier de l'état civil succombant à l'issue de l'examen d'un recours exercé en vertu de l'article 167, alinéa 6, du Code civil, l'article 1022 du Code judiciaire violait les articles 10 et 11 de la Constitution (arrêt n° 132/2013; arrêt n° 180/2013; arrêt n° 54/2014).


Bij zijn arrest nr. 57/2013 van 25 april 2013 heeft het Hof geoordeeld dat, om redenen die analoog zijn aan die van het arrest nr. 135/2009 van 1 september 2009 en van het voormelde arrest nr. 83/2011, geen enkele rechtsplegingsvergoeding kon worden opgelegd aan de overheid die herstelmaatregelen inzake stedenbouw vordert, maar dat haar ook geen enkele rechtsplegingsvergoeding kon worden toegekend.

Par son arrêt n° 57/2013 du 25 avril 2013, la Cour a jugé que, pour des motifs analogues à ceux de l'arrêt n° 135/2009, du 1 septembre 2009, et de l'arrêt n° 83/2011 précité, aucune indemnité de procédure ne pouvait être imposée à l'autorité qui requiert des mesures de réparation en matière d'urbanisme, mais qu'aucune indemnité de procédure ne pouvait non plus lui être octroyée.


Sinds het arrest nr. 205.149 van 14 juni 2010 van de (elfde kamer van de) Raad van State, dat de circulaire nr. 116 van 7 april 2008 van de minister van Justitie betreffende de adviesprocedure bij de benoeming van gerechtsdeurwaarders onwettig verklaarde, gebeuren er geen benoemingen meer bij de gerechtsdeurwaarders en wordt tevens nagelaten om vacante plaatsen te publiceren in het Belgisch Staatsblad.

Depuis que l'arrêt n°205.149 du 14 juin 2010 de la onzième chambre du Conseil d'État a déclaré illégale la circulaire n° 116 du 7 avril 2008 du ministre de la Justice concernant la procédure d'avis pour la nomination des huissiers de justice, plus aucun huissier de justice n'a été nommé et l'on néglige même de publier les vacances d'emploi au Moniteur belge.




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'arrest nr 149 2013' ->

Date index: 2021-09-14
w