Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Arrest HvJ EG
Arrest van het Hof
Arrest van het Hof EG
Arrest van het Hof van Justitie
Arrest van het Hof van Justitie EG

Traduction de «arrest hvj c-491 » (Néerlandais → Français) :

TERMINOLOGIE
voir aussi les traductions en contexte ci-dessous
arrest van het Hof (EU) [ arrest HvJ EG | arrest van het Hof EG | arrest van het Hof van Justitie (EU) | arrest van het Hof van Justitie EG ]

arrêt de la Cour (UE) [ arrêt CJCE | arrêt de la Cour (CE) | arrêt de la Cour de justice (CE) | arrêt de la Cour de justice (UE) ]
TRADUCTIONS EN CONTEXTE
Het Hof stelt in het door u geciteerde arrest HvJ, C-491/13 van 10 september 2014 immers in overweging 34 dat: "In het kader van het onderzoek van de toelatingsvoorwaarden op basis van richtlijn 2004/114 staat, overeenkomstig punt 15 van de considerans van deze richtlijn, niets eraan in de weg dat de lidstaten alle bewijzen verlangen die nodig zijn om aan te tonen dat de toelatingsaanvraag coherent is, teneinde misbruik en verkeerd gebruik van de procedure van deze richtlijn tegen te gaan".

La Cour considère dans le paragraphe 34 de l'arrêt sus-visé, C-491/13 du 10 septembre 2014 que: "Dès lors, dans le cadre de l'examen des conditions d'admission sur le fondement de la directive 2004/114, rien n'empêche, conformément au considérant 15 de cette directive, les États membres d'exiger toutes les preuves nécessaires pour évaluer la cohérence de la demande d'admission, afin d'éviter toute utilisation abusive ou frauduleuse de la procédure établie par ladite directive".


De decretale bepalingen waarbij een verbod wordt opgelegd voor het houden van dieren voor uitsluitend of voornamelijk de productie van pelzen kunnen het intracommunautair handelsverkeer in dergelijke dieren, minstens onrechtstreeks, belemmeren en dienen bijgevolg te worden beschouwd als een bij de artikelen 34 en 35 van het VWEU in beginsel verboden maatregel die een gelijke werking heeft als een kwantitatieve beperking (zie arrest HvJ, 17 september 1998, C-400/96, Harpegnies, punt 30; 19 juni 2008, C-219/07, Nationale Raad van Dierenkwekers en Liefhebbers VZW e.a., punt 22).

Les dispositions décrétales interdisant la détention d'animaux à des fins exclusives ou principales de production de fourrure sont de nature à entraver, tout au moins indirectement, le commerce intracommunautaire de tels animaux et doivent dès lors être considérées comme une mesure d'effet équivalent à une restriction quantitative en principe interdite par les articles 34 et 35 du TFUE (Voir arrêt CJCE, 17 septembre 1998, C-400/96, Harpegnies, point 30; 19 juin 2008, C 219/07, Nationale Raad van Dierenkwekers en Liefhebbers VZW e.a., point 22).


Wettelijke bepalingen waarbij een verbod aan circussen en rondreizende tentoonstellingen wordt opgelegd dieren te houden en te gebruiken die niet gedomesticeerd zijn, zijn van dien aard dat het intracommunautair handelsverkeer in dergelijke dieren, minstens onrechtstreeks, wordt belemmerd, en dienen bijgevolg te worden beschouwd als een bij artikel 34 van het VWEU in beginsel verboden maatregel die een gelijke werking heeft als een kwantitatieve invoerbeperking (zie arrest HvJ, 17 september 1998, C-400/96, Harpegnies, punt 30; 19 juni 2008, C-219/07, Nationale Raad van Dierenkwekers en Liefhebbers VZW e.a., punt 22).

Les dispositions législatives interdisant aux cirques et aux expositions itinérantes de détenir et d'utiliser des animaux qui ne sont pas domestiqués sont de nature à entraver, tout au moins indirectement, le commerce intracommunautaire de tels animaux et doivent dès lors être considérées comme une mesure d'effet équivalent à une restriction quantitative en principe interdite par l'article 34 du TFUE (cf. arrêt CJCE, 17 septembre 1998, C-400/96, Harpegnies, point 30; 19 juin 2008, C-219/07, Nationale Raad van Dierenkwekers en Liefhebbers VZW e.a., point 22).


In die context werd mijn aandacht gevestigd op een recent arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ, C-491/13 van 10 september 2014).

Dans ce contexte, mon attention s'est portée sur un arrêt récent rendu par la Cour de Justice de l'Union européenne (CJUE, C-491/13 du 10 septembre 2014).


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
Uit het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie waarnaar in B.4 wordt verwezen, blijkt immers dat dat laatste de gevolgen van de door dat Hof gecontroleerde bepalingen niet beoogde te handhaven, hetgeen, volgens zijn rechtspraak, niet toelaat dat tot een dergelijke handhaving wordt beslist in een later arrest (HvJ, grote kamer, 6 maart 2007, C-292/04, Meilicke, punten 32 tot 41), zodat het Hof de gevolgen van de bestreden bepalingen niet zou kunnen handhaven zonder dat België hierdoor blootgesteld wordt aan het risico op een nieuwe vordering wegens niet-nakoming.

En effet, il ressort de l'arrêt de la Cour de justice de l'Union européenne mentionné en B.4 que celle-ci n'a pas entendu maintenir les effets des dispositions qu'elle contrôlait, ce qui, selon sa jurisprudence, ne permet pas qu'un tel maintien soit décidé dans un arrêt ultérieur (CJUE, grande chambre, 6 mars 2007, C-292/04, Meilicke, points 32 à 41), de sorte que la Cour ne saurait maintenir les effets des dispositions attaquées sans exposer la Belgique au risque d'une nouvelle action en manquement.


[...] 44. Zoals het Hof reeds heeft opgemerkt, leent de sigarettenmarkt zich bij uitstek voor de ontwikkeling van illegale handel (zie arresten van 10 december 2002, British American Tobacco (Investments) en Imperial Tobacco, C-491/01, Jurispr. blz. I-11453, punt 87, en 29 april 2004, British American Tobacco, C-222/01, Jurispr. blz. I-4683, punt 72, en arrest BATIG, reeds aangehaald, punt 34).

[...] 44. Or, le marché des cigarettes est, ainsi que la Cour l'a déjà relevé, particulièrement propice au développement d'un commerce illégal (voir arrêts du 10 décembre 2002, British American Tobacco (Investments) et Imperial Tobacco, C-491/01, Rec. p. I-11453, point 87; du 29 avril 2004, British American Tobacco, C-222/01, Rec. p. I-4683, point 72, ainsi que BATIG, précité, point 34).


Het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ-EU) heeft zich moeten uitspreken over de reikwijdte van de subsidiaire bescherming naar aanleiding van de zaak-Diakité (Zaak C-285/12). Het Hof wees in dat verband op 30 januari 2014 een arrest met daarin een aantal interessante preciseringen met betrekking tot de interpretatie van artikel 15 van richtlijn 2004/83/EG (nu 2011/95/EU) inzake minimumnormen voor de erkenning van onderdanen van derde landen en staatlozen als vluchteling of als persoon die anderszins internationale bescherming behoeft, en de inhoud van de verleende bescherming.

Amenée à se prononcer sur les contours du régime de la protection subsidiaire, la Cour de justice de l'Union européenne (CJUE) a rendu, le 30 janvier 2014, l'arrêt Diakité (aff. C-285/12) porteur d'intéressantes précisions sur l'interprétation à donner de l'article 15, de la directive 2004/83/CE (devenue depuis 2011/95/EU) concernant les normes minimales relatives aux conditions que doivent remplir les ressortissants des pays tiers ou les apatrides pour pouvoir prétendre au statut de réfugié ou les personnes qui, pour d'autres raisons, ont besoin d'une protection internationale, et relatives au contenu de ces statuts.


Zij voeren met name ter ondersteuning van hun verzoekschrift twee arresten aan gewezen door het Hof van Justitie van de Europese Unie : het arrest Albacom SpA (HvJ, 18 september 2003, gevoegde zaken C-292/01 en C-293/01, Albacom SpA e.a. ) en het arrest Telecom Italia SpA (HvJ, 21 februari 2008, C-296/06, Telecom Italia SpA ).

Elles invoquent notamment à l'appui de leur requête deux arrêts rendus par la Cour de justice de l'Union européenne : l'arrêt Albacom SpA (CJCE, 18 septembre 2003, affaires jointes C-292/01 et C-293/01, Albacom SpA et autres ) et l'arrêt Telecom Italia SpA (CJCE, 21 février 2008, C-296/06, Telecom Italia SpA ).


3. Het arrest " Coname" (arrest HvJ EG, zaak C-231/03 van 21 juli 2005)

3. L'arrêt dit " Coname" (arrêt CJCE affaire C-231/03 du 21 juillet 2005)


Bij arrest nr. 69.491 van 7 november 1997 in zake R. Macaluso tegen de Franse Gemeenschapsregering en G. Adam, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 20 november 1997, heeft de Raad van State, afdeling administratie, de volgende prejudiciële vraag gesteld :

Par arrêt n° 69.491 du 7 novembre 1997 en cause de R. Macaluso contre le Gouvernement de la Communauté française et G. Adam, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 20 novembre 1997, le Conseil d'Etat, section d'administration, a posé la question préjudicielle suivante :




D'autres ont cherché : arrest hvj eg     arrest van het hof     arrest van het hof eg     arrest hvj c-491     


datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'arrest hvj c-491' ->

Date index: 2025-01-06
w