In zijn arrest van 30 november 1999 vraagt het Hof van
Beroep te Luik het Arbitragehof of er geen sprake is van schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat een leerkracht uit de openbare sector, die een orgaan is van de openbare macht, per
soonlijk kan worden veroordeeld tot schadevergoeding ten gunste van een slachtoffer op grond van artikel 1384, vierde lid, van het Burgerlijk Wetboek en dus op grond van een fout, hoe licht die ook is, terwijl een leerkracht uit het vrij onderwijs, die gebonden is door een arbeidsove
...[+++]reenkomst, de vrijstelling geniet waarin artikel 18 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten voorziet, die zijn aansprakelijkheid beperkt tot het geval van bedrog, zware schuld of gewoonlijk voorkomende lichte schuld.Par son arrêt du 30 novembre 1999, la Cour d'appel de Liège
demande à la Cour d'arbitrage s'il n'y a pas violation des articles 10 et 11 de la Constitution, en ce qu'un enseignant du secteur public, organe de la puissance publique, peut faire l'objet d'une condamnation personnelle à des dommages et intérêts en faveur d'une victime sur la base de l'article 1384, alinéa 4, du Code civil et donc sur la base d'une faute si légère soit-elle, alors que dans l'enseignement privé, un enseignant engagé dans les liens d'un contrat d'emploi bénéficie de l'exonération prévue par l'article 18 de la loi du 3 juillet 1978 relative aux contrats de trava
...[+++]il, qui limite sa responsabilité aux seuls cas de dol, de faute lourde ou de faute légère habituelle.