verzoekt de lidstaten ondertussen regels vast te stellen voor alle soorten arbeidsverhoudingen tussen gezinshoofden — in de hoedanigheid van werkgevers — en een werknemer die tegen betaling arbeid verricht binnen het huishouden van de werkgever.
demande aux États membres, dans l'intervalle, de réglementer toute relation de travail entre les chefs de famille — en leur qualité d'employeurs — et un employé/travailleur offrant des services rémunérés dans le ménage de l'employeur.