Art. 4. De bestaansminimumtrekkers of de rechthebbenden op een gelijkwaardige maatschappelijke hulp als het gaat om personen die in het bevolkings- of in het vreemdelingenregister ingeschreven staan en over een onbeperkte verblijfsvergunning beschikken, die vóór 1 oktober 2002 in dienst genomen worden, overeenkomstig de artikelen 60, § 7, eerste en tweede lid, en 61 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor maatschappelijk welzijn, blijven in aanmerking komen voor de toelagen bedoeld in het besluit van de Waalse Regering van 27 januari 1998 tot toekenning van toelagen aan de Openbare Centra voor maatschapp
...[+++]elijk welzijn in het kader van de inschakeling van bestaansminimumtrekkers in het arbeidsproces. Art. 4. Les engagements conclus avant le 1 octobre 2002, en application des articles 60, §7, alinéas 1 et 2, et 61 de la loi du 8 juillet 1976 organique des centres publics d'aide sociale, pour les bénéficiaires du droit
à un minimum de moyens d'existence ou de l'aide sociale équivalente au minimum de moyens d'existence lorsqu'il s'agit d'une personne qui, inscrite soit au registre de la population soit au registre des étrangers et bénéficiant d'une autorisation de séjour illimitée, continuent à bénéficier des subsides prévus conformément à l'arrêté du Gouvernement wallon du 27 janvier 1998 octroyant des subventions aux centres publics
...[+++]d'aide sociale dans le cadre de l'intégration professionnelle des personnes bénéficiaires du droit à un minimum de moyens d'existence.