Er moet dus nog worden onderzocht of de in het geding zijnde bepaling discriminerend is doordat arbeid verricht door kandidaat-vluchtelingen die, volgens de interpretatie van de verwijzende rechter, « wegens het uitblijven van uitvoeringsbesluiten niet konden voldoen aan de wetgeving tot tewerkstelling van vreemde werknemers » niet in aanmerking werd genomen als hebbende voldaan aan de wachttijdvoorwaarden.
Il reste donc à examiner si la disposition en cause est discriminatoire en ce qu'un travail effectué par des candidats réfugiés, qui, selon l'interprétation du juge a quo, « en raison de l'absence d'arrêtés d'exécution, ne peuvent satisfaire à la législation sur l'occupation de la main d'oeuvre étrangère », n'a pas été pris en compte comme ayant satisfait aux conditions de stage.