1. De lidstaten dragen er zorg voor dat voor kweekdoeleinden in de handel gebrachte aquacultuurdieren klinisch gezond zijn en niet afkomstig zijn van een kwekerij of kweekgebied van weekdieren waar zich een nog onopgeloste verhoogde sterfte of een klinische uitbraak van een ziekte voordoet , tenzij deze dieren afkomstig zijn van een gedeelte van de kwekerij of het kweekgebied van weekdieren dat onafhankelijk is van de epizoötiologische eenheid waar de verhoogde sterfte of klinische ziektesymptomen zijn vastgesteld.
1. Les États membres veillent à ce que les animaux d'aquaculture placés sur le marché à des fins d'élevage soient sains sur le plan clinique et ne proviennent pas d'une ferme aquacole ou d'un parc à mollusques connaissant une quelconque hausse de la mortalité non résolue sauf si les animaux en question proviennent d'un secteur de la ferme ou du parc indépendant de l'unité épizootiologique où ont été constatés une hausse de la mortalité ou des signes cliniques de maladie.