Traduction de «april 2014 bedroeg de jaarlijkse hicp-inflatie » (Néerlandais → Français) :

In april 2014 bedroeg de jaarlijkse HICP-inflatie -0,2 %.
En avril 2014, l'inflation IPCH annuelle s'établissait à -0,2 %.

In april 2014 bedroeg de jaarlijkse HICP-inflatie 0,3 %.
En avril 2014, l'inflation IPCH annuelle s'établissait à 0,3 %.

In april 2014 bedroeg de HICP-inflatie op jaarbasis -1,3 %.
En avril 2014, l'inflation IPCH annuelle s'établissait à -1,3 %.

Volgens de voorjaarsprognoses 2014 van de diensten van de Commissie zal de jaarlijkse HICP-inflatie in 2014 gemiddeld 2,5 % en in 2015 gemiddeld 3,3 % bedragen.
Dans leurs prévisions du printemps 2014, les services de la Commission tablent sur une inflation IPCH annuelle moyenne de 2,5 % en 2014 et de 3,3 % en 2015.

De in april 2014 berekende referentiewaarde voor de inflatie bedroeg 1,7 %, waarbij Letland, Portugal en Ierland de drie best presterende lidstaten waren[7].
La valeur de référence pour l'inflation a été établie à 1,7 % en avril 2014, la Lettonie, le Portugal et l'Irlande étant les trois États membres ayant enregistré les meilleurs résultats[7].

Daarnaast is er in Europa en in de eurozone sprake van een situatie waarbij, volgens de laatste cijfers van Eurostat, het werkloosheidspercentage in november 2014 11,5 % bedroeg, de jaarlijkse inflatie naar verwachting in december 2014 is gedaald tot -0,2 %, terwijl er volgens de najaarsprognose van de Europese Commissie in 2014 sprake zal zijn van matige economische groei (+0,8 %).
Mais il intervient également à une période où, dans la zone euro, selon les derniers chiffres publiés par Eurostat, le taux de chômage était de 11,5 % en novembre 2014, l'inflation annuelle, en baisse, était estimée à -0,2 % en décembre 2014 et les prévisions d'automne de la Commission européenne faisaient état d'une croissance économique faible pour 2014 (+0,8 %).

Over de referentieperiode van mei 2013 tot april 2014 lag het twaalfmaands gemiddelde van de HICP-inflatie in Litouwen rond de 0,6%, dus duidelijk onder de referentiewaarde van 1,7%.
Au cours de la période de référence allant de mai 2013 à avril 2014, le taux moyen sur douze mois d'inflation de l'indice des prix à la consommation harmonisé (IPCH) se situait à 0,6 % en Lituanie, soit bien en-deçà de la valeur de référence fixée à 1,7 %.

Wat betreft de prijsontwikkelingen, in 2007 bedroeg de jaarlijkse HICP-inflatie in de eurozone 2,1 procent, dat is licht boven de definitie van prijsstabiliteit van de ECB.
Quant à l'évolution des prix, en 2007, l'inflation annuelle moyenne mesurée sur la base de l'IPCH dans la zone euro était de 2,1 %, soit légèrement au dessus de la définition de stabilité des prix de la BCE.

Het gemiddelde van de HICP-inflatie over 12 maanden bedroeg in de referentieperiode (mei 2012 tot april 2013) 1,3%, ruim onder de referentiewaarde 2,7%.
Au cours de la période de référence allant de mai 2012 à avril 2013, le taux moyen sur douze mois d'inflation de l'indice des prix à la consommation harmonisé (IPCH) en Lettonie s'est établi à 1,3 %, soit bien en-deçà de la valeur de référence fixée à 2,7 %.

Gedurende de referentieperiode van april 2009 t/m maart 2010 bedroeg de twaalfmaands gemiddelde HICP-inflatie in Estland -0,7%, d.w.z. duidelijk minder dan de referentiewaarde van 1,0% voor het criterium inzake prijsstabiliteit.
Au cours de la période de référence, d'avril 2009 à mars 2010, le taux moyen sur 12 mois de l'inflation IPCH en Estonie a été de -0,7 %, soit bien moins que la valeur de référence de 1,0 % pour le critère de stabilité des prix.