Vertaling van "antwoorden respectievelijk senaat " (Nederlands → Frans) :

Ter zake verwijs ik het geachte lid tevens naar antwoorden op de parlementaire vragen nr. 69 van 26 juli 1979 van de heer Coen, senator, en nr. 317 van 22 januari 1993 van de heer Baldewijns, volksvertegenwoordiger (bulletin van Vragen en Antwoorden , respectievelijk, Senaat van 21 augustus 1979 en Kamer, nr. 49 van 1 maart 1993).
À cet égard, je renvoie également l'honorable membre aux réponses aux questions parlementaires nº 69 du 26 juillet 1979 de M. Coen, sénateur, et nº 317 du 22 janvier 1993 de M. Baldewijns, membre de la Chambre des représentants (bulletin des Questions et Réponses, respectivement du Sénat du 21 août 1979 et de la Chambre, nº 49 du 1 mars 1993).

Antwoord : Zoals ik reeds herhaaldelijk heb medegedeeld (zie inzonderheid mijn antwoorden op de vragen nr. 16 d.d. 17 oktober 1991 en nr. 26 d.d. 24 juni 1988 van senator Cooreman, bulletin van Vragen en Antwoorden , Senaat, respectievelijk zitting 1991-1992, nr. 5, blz. 152 en buitengewone zitting 1988, nr. 13, blz. 544), zijn de kosten die iemand doet om zich te laten helpen bij het vervullen van verplichtingen die voortspruiten uit zijn hoedanigheid van belastingplichtige in de personenbelasting (zoals de aangifteplicht), geen beroepskosten in de zin van artikel 49 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992.
Réponse : Comme je l'ai déjà signalé à maintes reprises (voir à cet égard notamment, les réponses aux questions parlementaires nº 16 du 17 octobre 1991 du sénateur Cooreman, bulletin Questions et Réponses, Sénat, 1991-1992, nº 5, p. 152 et nº 26 du 24 juin 1988 du même sénateur, bulletin des Questions et Réponses, Sénat, session extraordinaire 1988, nº 13, p. 544), les frais exposés en vue de se faire aider dans l'exécution d'obligations qui résultent de la qualité de contribuable à l'impôt des personnes physiques (telle que l'obligation de souscrire une déclaration) ne constituent pas des frais professionnels au sens de l'article 49 du Code des impôts sur les revenus 1992.

De tabellen opgenomen in de bijlagen 1, 2 en 3 bevatten respectievelijk de geactualiseerde antwoorden van de commissies van Kamer en Senaat op arresten gewezen in 2011, 2012 en 2013.
Les tableaux repris dans les annexes 1, 2 et 3 contiennent respectivement les réponses actualisées des commissions de la Chambre et du Sénat aux arrêts prononcés en 2011, 2012 et 2013.

De uitgaven voor de rekeningen 61410 « Gedrukte stukken van de Senaat » en 61420 « Drukken Handelingen en Bulletin van Vragen en Antwoorden » vertonen respectievelijk een negatief saldo van 98 762 en 40 643 euro dat te wijten is aan de vele ingediende wetsvoorstellen en de explosieve groei van de schriftelijke vragen.
Les dépenses des postes 61410 « Documents imprimés du Sénat » et 61420 « Impression des Annales et du Bulletin des questions et réponses » présentent un solde négatif de respectivement 98 762 et 40 643 euros, qui est imputable au grand nombre de propositions de loi déposées et à l'explosion de la quantité de questions écrites.

De uitgaven voor de rekeningen 61410 « Gedrukte stukken van de Senaat » en 61420 « Drukken Handelingen en Bulletin van Vragen en Antwoorden » vertonen respectievelijk een negatief saldo van 172 491 en 25 746 euro dat te wijten is aan de vele ingediende wetsvoorstellen en de explosieve groei van de schriftelijke vragen.
Les dépenses des postes 61410 « Documents imprimés du Sénat » et 61420 « Impression des Annales et du Bulletin des questions et réponses » présentent un solde négatif de respectivement 172 491 et 25 746 euros ce qui est imputable au nombre élevé de propositions de loi déposées et à l'explosion du nombre de questions écrites.

Ik heb de eer haar mee te delen dat ik de mening deel van mijn voorganger die een antwoord dienaangaande heeft verstrekt op dezelfde vraag respectievelijk gesteld door de senator Poullet (vraag nr. 9 van 16 november 1988, zie bulletin van Vragen en Antwoorden, Senaat, nr. 27, van 18 april 1989, blz. 1326) en senator de Seny (vraag nr. 9 van 19 oktober 1989, zie bulletin van Vragen en Antwoorden, Senaat, nr. 8, van 28 november 1989, blz. 311).
J'ai l'honneur de communiquer que je partage l'avis de mon prédécesseur qui a répondu à la même question posée respectivement par le sénateur Poullet (question n° 9 du 16 novembre 1988, voir bulletin des Questions et Réponses, Sénat n° 27, du 18 avril 1989, page 1326) et par le sénateur de Seny (question n° 9 du 19 octobre 1989, voir bulletin des Questions et Réponses, Sénat, n° 8, du 28 novembre 1989, page 311).

Ik wil in de eerste plaats herinneren aan de antwoorden op de parlementaire vragen nr. 3-7815 en 4-1935 die de heer Jürgen Ceder respectievelijk op 30 maart 2007 en 28 oktober 2008 in de Senaat stelde (zie: www.senate.be), evenals aan het antwoord op de parlementaire vraag nr. 190 die mevr. Linda Vissers op 27 mei 2008 in de Kamer stelde (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2007-2008, nr. 26, blz. 6112) .
Je tiens tout d'abord à rappeler les réponses aux questions parlementaires n° 3-7815 et 4-1935 posées par monsieur Jürgen Ceder au Sénat (voir: www.senate.be), respectivement, le 30 mars 2007 et le 28 octobre 2008, ainsi que la réponse à la question parlementaire n° 190 de madame Linda Vissers posée à la Chambre le 27 mai 2008 (Questions et Réponses, Chambre, 2007-2008, n° 26, p. 6112).

Aangezien op basis van de minimumdrempels (zie antwoord op vraag nr. 3-5383, Belgische Senaat:Vragen en Antwoorden nr. 3-80, blz. 8698) niet kan worden nagegaan hoe groot de reeds via bedienarenfinanciering ondersteunde gelovigenachterban is, ontving ik graag een antwoord op de volgende vraag : Wat is tot op heden per eredienst het getotaliseerde, ten behoeve van bedienarentoekenning, opgegeven gelovigental (dat wil zeggen alle opgegeven gelovigentallen voor alle geloofsgemeenschappen van een eredienst samen) van respectievelijk (a) de protestantse, (b) Israëlitische, (c) anglicaanse en (d) orthodoxe eredienst ?
Comme il n'est pas possible de vérifier sur la base des seuils (voir réponse à la question écrite n°3-5383, Sénat de Belgique, Questions et Réponses, n°3-80, p. 8698), l'importance du groupe de croyants d'un culte bénéficiant déjà d'un soutien par le biais du financement des ministres du culte, je souhaiterais obtenir une réponse à la question suivante: Quel est à ce jour le nombre total de croyants (c'est-à-dire la somme de tous les nombres de croyants de toutes les communautés locales d'un culte) renseigné pour l'obtention des places de ministre du culte par (a) le culte protestant, (b) le culte israélite, (c) le culte anglican et (d) le culte orthodoxe?

2. De uitvoering van de begeleidingsopdrachten (encadrering, vorming en training inbegrepen) vergde in 1998 en 1999 respectievelijk de inzet van 259 en 187 personeelsleden, zoals reeds eerder toegelicht in het raam van de parlementaire vraag nr. 379 van 26 januari 2000 door de heer senator Ceder (Vragen en Antwoorden, Senaat, 1999-2000, nr. 2-11, blz. 468).
2. L'exécution des missions d'escortes (encadrement, formation et entraînement compris) a nécessité en 1998 et 1999 respectivement l'engagement de 259 et 187 membres du personnel, comme exposé précédemment dans le cadre de la question parlementaire no 379 du 26 janvier 2000 par M. le sénateur Ceder (Questions et Réponses, Sénat, 1999-2000, no 2-11, p. 468).

1. Zoals vermeld in antwoord op een vorige parlementaire vraag (vraag nr. 3-1994 van 7 januari 2005, Vragen en Antwoorden, Senaat, nr. 3-33, blz. 2329 en 2330), bedraagt de effectieve gemiddelde betalingstermijn van de uitgaven gerealiseerd in uitvoering van overheidsopdrachten respectievelijk 48 en 59 dagen voor de twee laatste jaren (2003 en 2004).
1. Comme indiqué dans une réponse à une question parlementaire précédente (question n° 3-1994 du 7 janvier 2005, Questions et Réponses, Sénat, n° 3-33, p. 2329 et 2330), le délai effectif moyen de paiement des dépenses réalisées en exécution de marchés publics s'établit à respectivement 48 et 59 jours pour les deux dernières années (2003 et 2004).