Wanneer de onderzoeksrechter beslist om iemand als anonieme getuige onder eed te verhoren, dan dienen diens identiteitsgegevens te worden vermeld in een geheim register dat het parket onder zijn bewaring heeft (cf. art. 86bis en volgende van het Wetboek van strafvordering).
Lorsque le juge d'instruction décide d'entendre une personne sous serment en tant que témoin anonyme, les données d'identité de celle-ci doivent être mentionnées dans un registre secret conservé par le parquet (cf. articles 86bis et suiv. du Code d'instruction criminelle).