4. bevestigt nogmaals het zelfbeschikkingsrecht van het Koerdische volk; is er in dit verband van overtuigd dat enkel rechtstreeks politiek overleg tussen de regering in Ankara en de vertegenwoordigers van het Koerdische volk tot een vreedzame, onderhandelde oplossing van de Koerdische kwestie kan leiden en verzoekt de Commissie, de Raad en de lidstaten het op gang brengen van onderhandelingen tussen de betrokken partijen te bevorderen;
4. réaffirme le droit à l’autodétermination du peuple kurde ; dans ce cadre, est convaincu que seule la négociation politique directe entre le gouvernement d'Ankara et les représentants du peuple kurde peut fournir une solution pacifique et négociée à la "question kurde", et demande à la Commission, au Conseil et aux États membres de favoriser l'ouverture d'un processus de négociation entre les différentes parties;