De Minister kan, als dat op grond van de epidemiologische gegevens of van andere informatie nodig blijkt, in risicobedrijven en risicogebieden die in bufferzones gelegen zijn, volgens de criteria van bijlage IV, B, beslissen om een preventief uitroeiingsprogramma uit te voeren, dat de preventieve slachting of doding van pluimvee of andere in gevangenschap levende vogels omvat.
Le Ministre, se fondant sur des informations épidémiologiques ou d'autres indices, peut décider de mettre en oeuvre un programme d'éradication préventive, y compris l'abattage ou la mise à mort préventifs de volailles ou d'autres oiseaux captifs dans des exploitations ou des zones à risque en vertu des critères de l'annexe IV, B et situées dans des zones tampon.