Art. 13. Als voorafname op een eventueel toekomstige arbeidsduurverkorting onder welke vorm ook, wordt er ter vervanging van de bestaande betaalde vrije dag na 15 jaar anciënniteit in de onderneming, een betaalde vrije dag toegekend per kalenderjaar aan de arbeiders vanaf 10 jaar anciënniteit in de onderneming en blijft de bijkomende betaalde vrije dag toegekend per kalenderjaar aan de arbeiders vanaf 20 jaar anciënniteit in de onderneming van toepassing (totaal maximum 2 anciënniteitsdagen per kalenderjaar).
Art. 13. A valoir sur toute réduction éventuelle future de la durée du travail, sous quelque forme que ce soit, il est accordé, en remplacement du jour libre payé existant après 15 ans d'ancienneté dans l'entreprise, un jour libre payé par année calendrier aux ouvriers à partir de 10 ans d'ancienneté dans l'entreprise; le jour libre supplémentaire payé par année calendrier aux ouvriers qui comptent au moins 20 ans d'ancienneté dans l'entreprise reste d'application (total maximum 2 jours d'ancienneté par année calendrier).