Aangezien bovendien kan worden aangenomen dat de in het geding zijnde forfaitaire vergoeding van dien aard is dat daardoor misbruik kan worden voorkomen en zelfs in de veronderstelling dat analoge misbruiken de werking van de Fondsen voor bestaanszekerheid aantasten, kan de omstandigheid dat die laatste misbruiken tot nu toe nog niet zijn beoogd op zich niet aan het vierde lid van artikel 35 van het decreet van 27 juni 1969 zijn verantwoording ontnemen.
En outre, dès lors qu'il peut être admis que la condamnation forfaitaire en cause est de nature à prévenir les abus et à supposer même que des abus analogues entachent le fonctionnement des Fonds de sécurité d'existence, la circonstance que ces derniers abus ne sont pas encore visés jusqu'à présent n'ôte pas, en elle-même, sa justification à l'alinéa 4 de l'article 35 de la loi du 27 juin 1969.