Traduction de «ambtenaren zijn in principe enkel bevoegd » (Néerlandais → Français) :

Andere bevoegde ambtenaren zijn in principe enkel bevoegd voor het vaststellen van de inbreuken op de bepalingen m.b.t. de gemeentelijke administratieve sanctie.
Les autres fonctionnaires compétents sont en principe uniquement habilités à constater les infractions aux dispositions relatives aux sanctions administratives communales.

Praktisch gezien betekent dit, dat zij in principe enkel bevoegd zullen zijn wanneer de schuldenaar in Belgi? zijn voornaamste centrum van belangen heeft.
Cela signifie que, pratiquement, elles ne seront compétentes en principe que lorsque le débiteur aura en Belgique le centre de ses intérêts principaux.

Praktisch gezien betekent dit, dat zij in principe enkel bevoegd zullen zijn wanneer de schuldenaar in België zijn voornaamste centrum van belangen heeft.
Cela signifie que, pratiquement, elles ne seront compétentes en principe que lorsque le débiteur aura en Belgique le centre de ses intérêts principaux.

De vijfde paragraaf van artikel acht zet elke Staat die partij is, ertoe aan om, waar aangewezen en overeenkomstig de fundamentele principes van de interne wetgeving, maatregelen en systemen in te stellen waardoor ambtenaren worden verplicht aan de bevoegde overheid aangifte te doen van onder meer nevenactiviteiten, neventewerkstelling, investeringen, vermogen en alle substantiële giften en voordelen waaruit bij de uitoefening van de functie conflicten kunnen ontstaan tussen het privaat belang van de ambtenaar en het algemeen belang.
Le paragraphe 5 de l'article 8 incite chaque État Partie à s'efforcer, s'il y a lieu et conformément aux principes fondamentaux de son droit interne, de mettre en place des mesures et des systèmes obligeant les agents publics à déclarer aux autorités compétentes, notamment, toutes activités extérieures, tout emploi, tous placements financiers, tous avoirs et tous dons ou avantages substantiels d'où pourrait résulter un conflit d'intérêts avec leurs fonctions d'agent public.

De Raad van State merkt in zijn advies ook op dat de tekst dubbelzinnig is : er is sprake van de deontologie van de betrokken categorie, terwijl de Raad van eerste aanleg enkel bevoegd is ten aanzien van beroepsbeoefenaars waarvoor geen Orde is opgericht en die dus, in principe, geen eigen deontologische regels hebben naast die welke de Hoge Raad heeft vastgesteld.
En outre, le Conseil d'État souligne dans son avis l'ambiguïté du texte où il est question de la déontologie de la catégorie concernée alors que le Conseil de première instance est par définition compétent pour les professions qui n'ont pas d'Ordre et qui, donc, en principe, ne connaissent pas de règles déontologiques propres à côté des principes établis par le Conseil supérieur.

Tenslotte kan men opmerken dat de vooropgestelde regeling inzake de bevoegdheid van de algemene vergadering van een instelling voor collectieve belegging of een compartiment, neergelegd in artikel 87, in principe enkel geldt in zover de algemene vergadering van de instelling voor collectieve belegging of van het compartiment bevoegd is, op grond van of naar analogie met de bepalingen van het Wetboek van vennootschappen.
Enfin, il convient d'observer que les règles prévues à l'article 87 en ce qui concerne la compétence de l'assemblée générale d'un organisme de placement collectif ou d'un compartiment, ne s'appliquent en principe que dans la mesure où l'assemblée générale de l'organisme de placement collectif ou du compartiment est compétente, en vertu des ou par analogie avec les dispositions du Code des sociétés.

1.6.3. De ambtenaren van de dienst Legalisatie treden enkel op als door de Minister gedelegeerde ambtenaren en zij zijn dus niet rechtstreeks bevoegd zoals de diplomatieke of consulaire ambtenaren.
1.6.3. Les fonctionnaires du service Légalisation n'interviennent qu'en tant que délégués du Ministre et ne sont donc pas directement compétents comme le sont les agents diplomatiques ou consulaires.

Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door de omstandigheid dat dat overeenkomstig het decreet van 18 mei 1999, houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, specifieke ambtenaren van ruimtelijke ordening op gewestelijk, provinciaal en gemeentelijk niveau bepaalde taken moeten vervullen; dat volgens hetzelfde decreet de Vlaamse regering de voorwaarden moet bepalen voor aanstelling als ambtenaar van ruimtelijke ordening, wat in eerste instantie gebeurd is bij besluit van de Vlaamse regering van 19 mei 2000; dat in dat regeringsbesluit evenwel nadere specificaties inzake het voor de meeste functies in principe vereiste diploma ruimtelijke ordening gedelegeerd worden naar de bevoegde minister; dat een ministerieel besluit terzake voor advies werd voorgelegd aan de Raad van State, die tot de conclusie kwam dat het ministerieel besluit een voldoende rechtsgrond in het regeringsbesluit ontbeerde; dat derhalve dringend de bepalingen die als rechtsgrond moeten dienen, moeten worden aangepast; dat voorliggend wijzigingsbesluit dringend moet genomen worden omdat zolang dat niet is gebeurd de aanstelling van de ambtenaren niet rechtsgeldig kan gebeuren, terwijl sommige van de ambtenaren zo snel mogelijk de taken moeten kunnen opnemen, die hen door het op 1 mei 2000 in werking getreden decreet houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening worden toegewezen; dat op dit moment reeds problemen rijzen omdat de behandeling van aanvragen van publiekrechtelijke rechtspersonen door de gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaren moet gebeuren, of door de minister;
Vu l'urgence, motivée par la circonstance que conformément au décret du 18 mai 1999 portant organisation de l'aménagement du territoire, des fonctionnaires spécifiques de l'aménagement du territoire doivent remplir certaines tâches au niveau régional, provincial et communal; que conformément au même décret, le Gouvernement flamand doit fixer les conditions de désignation en tant que fonctionnaire de l'aménagement du territoire, une matière qui a été réglée en premier lieu par l'arrêté du Gouvernement flamand du 19 mai 2000; que par cet arrêté gouvernemental des spécifications plus détaillées concernant le diplôme d'une formation en aménagement du territoire requis en principe pour la plupart des fonctions, sont cependant déléguées au ministre compétent; qu'un arrêté ministériel y afférent a été soumis à l'avis du Conseil d'Etat qui a conclu que l'arrêté gouvernemental offrait insuffisamment de fondement juridique à l'arrêté ministériel; que par conséquence les dispositions qui doivent servir de fondement juridique, doivent être adaptées d'urgence; que le présent arrêté modificatif doit être pris d'urgence étant donné qu'autrement la désignation des fonctionnaires n'est pas valable alors que certains fonctionnaires doivent pouvoir accomplir le plus tôt possible les tâches qui leur sont attribuées par le décret portant organisation de l'aménagement du territoire qui est entré en vigueur le 1 mai 2000; qu'en ce moment déjà des problèmes se produisent puisque l'examen des demandes de personnes juridiques de droit public incombe aux fonctionnaires urbanistes régionaux ou au ministre;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door de omstandigheid dat overeenkomstig het decreet van 18 mei 1999, houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, specifieke ambtenaren van ruimtelijke ordening op gewestelijk, provinciaal en gemeentelijk niveau bepaalde taken moeten vervullen; dat volgens hetzelfde decreet de Vlaamse regering de voorwaarden moet bepalen voor aanstelling als ambtenaar van ruimtelijke ordening, wat gebeurd is bij besluit van de Vlaamse regering van 19 mei 2000, gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 7 juli 2000; dat in dat regeringsbesluit evenwel nadere specificaties inzake het voor de meeste functies in principe vereiste diploma ruimtelijke ordening gedelegeerd worden naar de bevoegde minister; dat die specificaties het voorwerp uitmaken van het voorliggend besluit; dat dit besluit derhalve dringend moet genomen worden omdat anders de aanstelling van die ambtenaren niet rechtsgeldig kan gebeuren, terwijl sommige van de ambtenaren zo snel mogelijk de taken moeten kunnen opnemen, die hen door het op 1 mei 2000 in werking getreden decreet houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening worden toegewezen;
Vu l'urgence, motivée par le fait que, en vertu du décret du 18 mai 1999 portant organisation de l'aménagement du territoire, des fonctionnaires spécifiques de l'aménagement du territoire doivent remplir des tâches spécifiques sur le plan régional, provincial et communal; que, en vertu du même décret, le Gouvernement flamand doit fixer les conditions en vue de la désignation comme fonctionnaire de l'aménagement du territoire, ce qui s'est fait par l'arrêté du Gouvernement flamand du 19 mai 2000, modifié par l'arrêté du Gouvernement flamand du 7 juillet 2000; que dans cet arrêté gouvernemental les spécifications précises en matière du diplôme d'aménagement du territoire qui est en principe requis pour la plupart des fonctions, sont cependant déléguées au ministre compétent; que ces spécifications font l'objet du présent arrêté; que cet arrêté doit par conséquent être adopté d'urgence étant donné que sans cela la désignation de ces fonctionnaires ne peut pas se faire valablement, alors que certains de ces fonctionnaires doivent être en mesure d'assumer dans les plus brefs délais les tâches qui leur ont été attribuées par le décret portant organisation de l'aménagement du territoire entré en vigueur le 1 mai 2000;