Indien voor crematie als vorm van teraardebestelling wordt gekozen, dan voorziet de wet van 20 juli 1971 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging (hoofdstuk 2, afdeling III-lijkverbranding) in een tweede onderzoek; dit bete
kent dat een tweede arts, onafhankelijk van de arts die het overlijden heeft v
astgesteld, door de ambtenaar van de burgerlijke stand wordt aangesteld om na te gaan en t
e bevestigen dat er geen tekens of aanwijzin ...[+++]gen zijn van een gewelddadige of verdachte dood (artikel 22, § 1).
Pour le cas où la crémation serait la forme d'inhumation choisie, la loi du 20 juillet 1971 sur les funérailles et sépultures (chapitre II, section III, « Des incinérations ») prévoit un deuxième examen, en ce sens que l'officier de l'état civil doit commettre, indépendamment du médecin qui a constaté le décès, un deuxième médecin, qui doit vérifier et certifier qu'il n'y a pas de signe ou indice de mort violente et suspecte (article 22, § 1 ).