3. De overige tijdgroepen als bedoeld in artikel 15, lid 3, tweede streepje, onder b), c) en d), van de verordening moeten altijd afzonderlijk worden opgeslagen, zo nodig door de bediening van een inrichting waarmee activiteiten geselecteerd kunnen worden.
3. Les autres périodes de temps visées à l'article 15, paragraphe 3, deuxième tiret points b), c) et d) du règlement doivent toujours être mises en mémoire de façon distincte, le cas échéant par l'activation d'un sélecteur d'activités.