Derhalve maken onderzoekers bijna altijd gebruik van reeds bestaande cellijnen in plaats van nieuwe cellijnen te produceren met behulp van blastocysten[11] die zijn overgebleven van vruchtbaarheidsbehandelingen en die na expliciete schriftelijke en geïnformeerde toestemming voor onderzoeksdoeleinden worden gedoneerd.
Les chercheurs utilisent donc presque toujours des lignées existantes de cellules plutôt que d'en créer de nouvelles en utilisant des blastocystes[11] issus de traitements de l'infertilité dont il a été fait don à la recherche, les donneurs ayant au préalable exprimé par écrit leur consentement exprès et éclairé.