Dit artikel werd in de Kamer van volksvertegenwoordigers ingediend tijdens de vorige zittingsperiode in de vorm van een amendement op wetsontwerp nr. 1929. Naar aanleiding van een adviesaanvraag over het amendement heeft de afdeling wetgeving van de Raad van State onderzocht of de vertegenwoordiging van de ideologische strekkingen in het licht van dit amendement altijd evenredig moest zijn dan wel of de definitie van evenredigheid waarvoor in het amendement wordt gekozen enkel gold wanneer de wet van 16 juli 1973 aanraadde dat deze vertegenwoordiging evenredig zou zijn.
Le présent article avait été déposé à la Chambre des représentants lors de la précédente législature, sous la forme d'amendement au projet de loi nº 1929. Saisie d'une demande d'avis sur l'amendement, la section de législation du Conseil d'État s'interrogeait sur le point de savoir si, à la lumière de cet amendement, la représentation des tendances idéologiques devait toujours être proportionnelle ou si la définition de la proportionnalité retenue dans l'amendement ne s'imposait que lorsque la loi du 16 juillet 1973 recommandait que cette représentation soit proportionnelle.
