Indien de gevonniste persoon de tenuitvoerleggingstaat verlaat en zijn gewone en wettelijke verblijfplaats niet meer in de tenuitvoerleggingsstaat heeft , draagt de bevoegde rechterlijke autoriteit van de tenuitvoerleggingsstaat de bevoegdheid voor het toezicht op de opschortende maatregelen of de verplichtingen of ins
tructies waaruit de alternatieve straffen bestaan en voor alle overige besluiten in verband met de tenuitvoerlegging van het vonnis of, in voorkomend geval, het besluit inzake voorwaardelijke invrijheidstelling, over aan de bevoegde rechterl
...[+++]ijke autoriteit van de staat van het vonnis. Si la personne condamnée quitte l'État d'exécution ou cesse d'avoir sa résidence légale habituelle dans l'État d'exécution , l'autorité judiciaire compétente de l'État d'exécution transmet à l'autorité judiciaire compétente de l'État d'émission la compétence à l'égard de la surveillance des mesures de probation et des obligations ou injonctions constituant des peines de substitution ainsi que de toute autre décision en rapport avec l'exécution du jugement (ou le cas échéant de la décision de libération conditionnelle) .