– gelet op de artikelen 2, 6 en 7 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, de artikelen 49, 56, 114, 167 en 258 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, artikel 11 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en artikel 10 van het Europees Verdrag inzake de rechten van de mens, alsook andere bepalingen van het EU- en internationaal recht inzake de eerbiediging, bevordering en bescherming van de grondrechten en de vrijheid van meningsuiting en informatie en het recht op pluriformiteit van de media in het bijzonder,
– vu les articles 2, 6 et 7 du traité sur l'Union européenne (traité UE), les articles 49, 56, 114, 167 et 258 du traité sur le fonctionnement de l'Union européenne (traité FUE), l'article 11 de la Charte des droits fondamentaux de l'Union européenne et l'article 10 de la Convention européenne des droits de l'homme, ainsi que d'autres dispositions du droit de l'Union européenne et du droit international ayant trait au respect, à la promotion et à la protection des droits fondamentaux et de la liberté d'expression et d'information, et en particulier au droit au pluralisme des médias,