1. Op degene die werkzaamheden al dan niet in loondienst uitoefent in een andere dan de bevoegde lidstaat, alsmede zijn echtgenoot en ten laste komende kinderen, die hem vergezellen, is het bepaalde in artikel 14 van toepassing alsof zij woonden op het grondgebied van de lidstaat waarin bedoelde werkzaamheden worden uitgeoefend of onder de vlag waarvan het zeeschip vaart aan boord waarvan de werkende bedoelde werkzaamheden uitoefent.
1. La personne qui exerce une activité salariée ou non salariée dans un État membre autre que l'État compétent, ainsi que son conjoint et ses enfants à charge qui l'accompagnent, bénéficient des dispositions de l'article 14 comme s'ils résidaient sur le territoire de l'État où l'activité salariée ou non salariée est exercée ou dont le navire, à bord duquel le travailleur exerce son activité salariée ou non salariée, bat pavillon.