Mevrouw De Sch
amphelaere verwijst naar de inleidende uiteenzetting van de heer Valk
eniers in de Kamer, waar hij zegt : « Wetende dat men in een eerste huwelijk meestal spaart en opbouwt, terwijl men in een tweede huwelijk vooral nog wat van het leven wil genieten en dus eerder geld v
erteert, bestaat er vanwege de kant van de kinderen reeds de opmerking dat er door moeder of vader gespa
ard werd e ...[+++]n door de volgende echtgenoot of echtgenote alleen werd « geprofiteerd » (stuk Kamer, nr. 50-1353/1, blz. 6).
Mme De Schampelaere renvoie à l'exposé introductif de M. Valkeniers à la Chambre, où l'on peut lire : « Lorsque l'on sait que c'est généralement au cours d'un premier mariage que l'on épargne et bâtit, alors qu'au cours d'un second mariage, l'on tient essentiellement à profiter encore un peu de la vie et l'on est dès lors plus dépensier, les enfants sont déjà enclins à dire que la mère ou le père a épargné et que le nouvel époux ou la nouvelle épouse n'a fait que « profiter » (doc. Chambre, nº 50-1353/1, p. 6).