In de veronderstelling dat belastingplichtige X samen met zijn partner Y geld leent voor een woning waarvan hij niet de eigenaar is, maar alleen zijn partnerY, zou belastingplichtige X toch aanspraak kunnen maken op de aftrek voor enige woning, op voorwaarde dat een gedeelte van het kadastraal inkomen van de woning aan hem wordt toegekend op grond van zijn huwelijksvermogenstelsel.
Dans l'hypothèse où un contribuable X emprunte avec son conjoint Y pour une habitation dont il n'est pas propriétaire, seul le conjoint Y ayant ce titre, il semble néanmoins que le contribuable X puise bénéficier de la déduction pour habitation unique pour autant qu'une partie du revenu cadastral de l'habitation lui soit attribuée en vertu de son régime matrimonial.