Wanneer een stervende patiënt onmenselijk lijdt en dit lijden niet kan worden verlicht met pijnstillers of palliatieve zorgen, maar alleen door euthanaserend handelen, is het voor de Staat onmogelijk de beide grondrechten de bescherming van het leven en het verbod van onmenselijke of vernederende behandelingen te verzoenen.
Lorsqu'un patient mourant souffre de façon inhumaine et que cette souffrance ne peut être soulagée par des analgésiques ou des soins palliatifs, mais seulement par l'euthanasie, l'État se trouve dans l'impossibilité de concilier les deux droits fondamentaux, à savoir la protection de la vie et l'interdiction des traitements inhumains ou dégradants.