Voor alle verblijven van ten hoogste 90 dagen dienen de lidstaten een keuze te maken tussen de afgifte van een visum voor kort verblijf of van een visum voor kort verblijf in combinatie met een arbeidsvergunning indien de onderdaan van een derde land in het bezit moet zijn van een visum overeenkomstig Verordening (EG) nr. 539/2001.
Pour tous les séjours ne dépassant pas 90 jours, les États membres devraient choisir de délivrer, soit un visa de court séjour, soit un visa de court séjour accompagné d’un permis de travail dans le cas où le ressortissant de pays tiers est soumis à l’obligation de visa conformément au règlement (CE) no 539/2001.