Uit de ervaring die de Commissie heeft opgedaan bij de toepassing van de staatssteunregels op ondernemingen die diensten van algemeen economisch belang in de zin van artikel 106, lid 2, van het Verdrag verrichten, is gebleken dat het plafond beneden hetwelk voordelen die dit soort ondernemingen worden verleend, geacht kunnen worden het handelsverkeer tussen lidstaten niet ongunstig te beïnvloeden en/of de mededinging niet te verstoren of dreigen te verstoren, in sommige gevallen kan verschillen van het algemene de-minimisplafond dat in Verordening (EG) nr. 1998/2006 is vastgesteld.
L'expérience de la Commission dans l'application des règles relatives aux aides d'État accordées aux entreprises fournissant des services d'intérêt économique général au sens de l'article 106, paragraphe 2, du traité a montré que le plafond au-dessous duquel on peut considérer que les avantages accordés à ce type d'entreprises n'affectent pas les échanges entre États membres et/ou ne faussent pas ou ne menacent pas de fausser la concurrence, peut dans certains cas différer du plafond de minimis général fixé par le règlement (CE) no 1998/2006.
