Het tweede onderdeel betreft de bestaanbaa
rheid van de in het geding zijnde bepalingen met het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie, in zov
erre die bepalingen aldus worden geïnterpreteerd dat zij de voorzitter van de Arbeidsrechtbank te Brussel evenmin toestaan de bij artikel 322 van het Gerechtelijk Wetboek aan de voorzitt
er van de rechtbank toegekende bevoegdheid uit te oefenen om een verhinderd rechter van de arbeidsrec
...[+++]htbank te vervangen die het rechtendiploma behaalde in de andere taal dan de zijne, zodat zijn bevoegdheid wordt beperkt, terwijl zulks niet geval is voor de voorzitters van de arbeidsrechtbanken in de andere gerechtelijke arrondissementen.
La deuxième partie concerne la compatibilité des dispositions en cause avec le principe d'égalité et de non-discrimination, en tant que ces dispositions sont interprétées en ce sens qu'elles ne permettent pas non plus au président du Tribunal du travail de Bruxelles d'exercer la compétence, conférée au président du tribunal par l'article 322 du Code judiciaire, de remplacer un juge du tribunal du travail empêché qui a obtenu son diplôme de droit dans l'autre langue que la sienne, en sorte que sa compétence est limitée, alors que tel n'est pas le cas des présidents des tribunaux du travail dans les autres arrondissements judiciaires.