Artikel 12 moet in die zin worden uitgelegd dat de betrokken lidstaat gehouden is een derdelander die voor studiedoeleinden meer dan drie maanden op het grondgebied van die lidstaat wenst te verblijven, op zijn grondgebied toe te laten. Dit op voorwaarde dat deze derdelander voldoet aan de in de artikelen 6 en 7 van richtlijn 2004/114/EG geregelde toelatingsvoorwaarden en deze lidstaat zich jegens hem niet beroept op één van de in die richtlijn genoemde redenen, die de weigering van een verblijfstitel rechtvaardigen".
« L’article 12 doit être interprété en ce sens que l’État membre concerné est tenu d’admettre sur son territoire un ressortissant de pays tiers qui souhaite séjourner plus de trois mois sur ce territoire à des fins d’études, dès lors que ce ressortissant remplit les conditions d’admission prévues de manière exhaustive aux articles 6 et 7 de la directive 2004/114/CE et que cet État membre n’invoque pas à son égard l’un des motifs énumérés explicitement par ladite directive et justifiant le refus d’un titre de séjour ».