Art. 9. De voertuigen gebruikt voor het vervoer bedoeld in de hoofdstukken 1, 2, 3 en 5 moeten vergezeld zijn van een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift van de communautaire vergunning bedoeld in artikel 4 van de Verordening (EG) nr. 1073/2009 of van een soortgelijke Zwitserse vergunning of van een vergunning internationaal vervoer indien deze vergunning opgelegd wordt krachtens de in artikel 8 bedoelde bilaterale of multilaterale akkoorden.
Art. 9. Les véhicules utilisés pour les services de transport visés aux chapitres 1 , 2, 3 et 5 doivent être couverts par une copie certifiée conforme de la licence communautaire visée à l'article 4 du Règlement (CE) n° 1073/2009 ou d'une autorisation suisse similaire ou d'une licence de transport international si cette licence est prévue dans les accords bilatéraux ou multilatéraux visés à l'article 8.