Met betrekking tot de afwezigheid is in artikel 131 van het Burgerlijk Wetboek het volgende bepaald : « Indien de afwezige terugkeert, of indien het bewijs van zijn bestaan geleverd wordt gedurende de voorlopige inbezitstelling, eindigen de gevolgen van het vonnis van verklaring van afwezigheid; onverminderd, zo daartoe grond bestaat, de bewarende maatregelen die voor het beheer van zijn goederen in het eerste hoofdstuk van deze titel zijn voorgeschreven».
En ce qui concerne l'absence, l'article 131 du Code civil prévoit que « Si l'absent reparaît, ou si son existence est prouvée pendant l'envoi provisoire, les effets du jugement qui aura déclaré l'absence cesseront; sans préjudice, s'il y a lieu, des mesures conservatoires prescrites au chapitre 1 du présent titre, pour l'administration de ses biens».